Gratieverzoek termijn Bouterse loopt binnenkort af

De achtste dag van de termijn waarbinnen een gratieverzoek een schorsende werking kan hebben in de 8 decemberstrafzaak, zal volgens het Openbaar Ministerie (OM) op maandag 8 januari aanstaande verstrijken. Dit is bevestigd door Joëlle Zaalman van de communicatieafdeling van het OM, via ABC Nieuws Online.  Zaalman haalde aan, dat de dag van indiening van de brief niet is meegeteld door het OM. De weekenden en nationale feestdagen tellen volgens haar niet mee, daardoor is de termijn van acht dagen op 27 december begonnen. Volgens Zaalman zal hierna het vonnis ten uitvoer gebracht worden. Indien de veroordeelden wel een gratieverzoek indienen, zal de uitvoering van het vonnis geschorst worden totdat president Chandrikapersad Santokhi geoordeeld heeft over het verzoek.

Perceptie

Een jurist stelt tegenover de krant, dat de Surinaamse rechtspleging heeft met het moment van 20 december 2023 heeft aangehouden. “Velen zullen hun verwachting en telling van de termijn dan ook eenvoudig baseren rondom acht dagen vanaf dat moment en anticiperen op 28 december 2023 als beslissend.

Echter, de formaliteiten van afgifte van afschrift, betekening aan de veroordeelde et cetera, de kosten te midden van zon- en feestdagen in de periode zijn de reguliere verschuivingen in de telling, zodat maandag 8 januari 2024 een denkbare termijn kan betreffen”, aldus de advocaat tegenover de krant.

Verder benadrukt de jurist, dat gezien in de perceptie van de veroordeelde zelf, ondanks hevige ontkenning vanuit de president, gesprekken gaande zijn, de termijn best ruim benut kan worden. “Ook daarna hoeft niet zonder meer verwacht te worden dat om een minuut over twaalf op 9 januari 2024, tenuitvoerlegging automatisch en resoluut het geval zal zijn. Het Openbaar Ministerie is aan tenuitvoerlegging gehouden, maar ook daarbinnen, spelen beleidsruimte, operationele inschattingen en op de schaal waarover gesproken wordt, afstemming met bestuur een rol. Speculatie over het exacte moment en de exacte wijze, zijn op dit moment niet meer dan dat. Ook de aanwezigheid of voortvluchtigheid van de veroordeelden, heeft een hoog theoretisch karakter. De wet voorziet namelijk in ieder van de gevallen, in de handelwijze die gevolgd behoort te worden”, aldus de raadsman.

More
articles