Jongeren in Suriname maakten de Decembermoorden niet mee. Tegenover het eindvonnis van deze woensdag staan sommigen onverschillig. „We zijn opgegroeid met alleen maar boeven in de politiek.”
‘Vonnis? Welk vonnis? Oóh, dat ding!” De 19-jarige Latifa Domini, student bedrijfskunde aan de Anton de Kom Universiteit (AdeK) in Paramaribo, heeft wel „iets gehoord” over het aanstaande eindvonnis tegen Desi Bouterse in het proces over de Decembermoorden. „Mijn moeder zei dat ik niet naar school moest woensdag, ze is bang dat er een burgeroorlog uitbreekt.”
Zij en haar studiegenoot Gabriëlle Mohan (20) kijken met weinig interesse naar de ontknoping van het proces tegen Bouterse, dat al jarenlang voortsleept. Mohan: „Ze zijn al zó lang met dat proces bezig. Het is niets nieuws, dus het interesseert mensen niet meer.”
Deze woensdag horen oud-president en -legerleider van Suriname Desi Bouterse en vier andere ex-militairen of zij schuldig worden bevonden aan de moord op vijftien critici van het regime op 8 december 1982, die volgde op de militaire coup die Bouterse en vijftien andere sergeanten in 1980 pleegden. De eis van het Surinaamse OM: twintig jaar celstraf en onmiddellijke gevangenneming. Bouterse zelf noemt het een politiek proces.
De gebeurtenissen vonden plaats tijdens de militaire dictatuur van Bouterse. Hij is er al tweemaal voor veroordeeld, maar ging eerst in verzet en daarna in beroep. Dat er nu, 41 jaar na de moorden, een definitief vonnis komt en Bouterse mogelijk gevangengenomen wordt, is historisch te noemen. Vooral de Surinamers die de jaren tachtig meemaakten herinneren zich de angst van die tijd en bekijken het aanstaande vonnis met veel emotie.
Geschiedenislessen
Maar de jeugd in Paramaribo lijkt het onberoerd te laten. Niet alleen uit desinteresse, ook omdat jongeren niet altijd weten wat er precies is gebeurd. De Decembermoorden komen nauwelijks voor in de geschiedenislessen. Voormalig onderwijsdirecteur Rob Soentik deed ooit een poging de recente geschiedenis van Suriname wél op te laten nemen in een lesboek, voor de zesde klas van de lagere school. Daarin stond onder meer een afbeelding van een demonstrant met een bord waarop staat ‘Bouterse moordenaar’. Bouterse liet het direct weer uit de boeken halen. Als je als jongere deze geschiedenis niet meekrijgt vanuit huis, is het lastig te beoordelen wat waar is en wat niet – op sociale media doen allerlei versies van de geschiedenis de ronde.
Tegenover de universiteit, naast de middelbare school, zit een groepje jongens op brommertjes, ze komen net uit school. „Ik weet wel dat er mensen waren doodgemaakt,” zegt de 18-jarige Austin, „maar ik weet niet precies wat er gebeurd is.” Wat ze wel weten: onder Bouterse was het zo slecht nog niet. Austin: „Mijn oma hield van hem.” Zijn vriend Maurice (17): „Hij heeft wegen gebouwd en voedselpakketten uitgedeeld. Hij zorgde voor de mensen die het niet breed hadden.” Het proces volgen ze niet. Politiek ook niet.
Maurice: „Als ik straks mag stemmen, ga ik er misschien wel over nadenken. Maar nu nog niet.”
De studenten bedrijfskunde Radjiv (22) en Joshua (21) mogen wel al stemmen. Ze gaan het alleen niet doen, bij de aankomende verkiezingen in 2025. Radjiv: „Het hele systeem is toch corrupt. De grote partijen die kans maken om te winnen, vertrouw ik niet.” Joshua: „Wij zijn opgegroeid met alleen maar boeven in de politiek.” Net zoals de meeste andere jongeren die NRC sprak, willen Radjiv en Joshua niet met hun achternaam in de krant. Bouterse heeft nog altijd veel aanhangers en ‘8 december’ is een gevoelig onderwerp.
Militaire coup
In het proces tegen Bouterse hebben de jongens weinig vertrouwen. Radjiv: „Kijk hoelang hij het al weet uit te stellen. Gerechtigheid zou geen slecht idee zijn, maar hij heeft nog veel macht en laat zich toch niet opsluiten.” Ook zij leerden op school niet over de militaire coup van Bouterse in 1980 en de Decembermoorden twee jaar later. Joshua: „Er was volgens mij wel een hoofdstuk over tijdens de geschiedenisles op school. Maar de docent sloeg het over.”
Er is in Suriname nog veel steun voor Bouterse, wiens partij NDP de grootste oppositiepartij is. Die steun is er ook onder jongeren, die de militaire dictatuur niet meemaakten. Radjiv weet dat wel te verklaren. „Hij heeft charisma. Die man heeft aanhangers tot hij doodgaat en daarna.”
In de wijk Latour in Paramaribo, even verderop van de universiteit, wonen veel van die aanhangers. Het is een ‘paarse’ buurt: er lopen mensen met paarse NDP-shirts aan en er wapperen paarse NDP-vlaggen in tuinen. Latour is een wijk met relatief veel armoede en lage inkomens. Bouterse stelde er in 2020, toen hij nog president was, een sociaal hulpplan in. „Als je naar hem toe gaat voor hulp, staat hij altijd klaar”, zegt de 20-jarige Safira Blikslager. „Hij heeft mijn mensen ook geholpen, met voedselpakketten en schoolspullen.” Op internet las ze dat niet bewezen kan worden dat Bouterse schuldig is aan de Decembermoorden.
Paulus Abajomi (20), ook uit Latour, „weet niet echt waar het proces over gaat”, want „ik ben van na 2000”. Als iemand kwaad heeft gedaan, moet die straf krijgen, vindt hij. „Maar op zijn leeftijd vind ik het niet nodig. Dan gaat hij overlijden in de cel.” Nu nog veroordelen brengt alleen maar onrust en verdeeldheid, denkt ook economiestudent aan de AdeK Jo-Ann (20), wier vrienden gauw weglopen als ze de verslaggever en fotograaf zien. „Politiek is niet echt een gespreksonderwerp”, zegt Jo-Ann. Ook thuis niet. „Mijn oma heeft het weleens over de jaren tachtig gehad. Maar als ze dat doet, is het net of alles terugkomt. Dus dan doet ze het liever niet.”
De 23-jarige Usensa Weewee heeft op Facebook wel iets gezien over de Decembermoorden, maar houdt zich er naast „werk, thuis, slaap en school” – ze zit op de avondschool – weinig mee bezig. Stemmen doet ze ook niet, al staat ze wel achter Bouterse. „Ik houd van die man.” Ze komt uit de plaats Brokopondo, ten zuiden van Paramaribo richting het binnenland. „Als hij langskomt, is het eerste wat hij doet een kind oppakken. Dat vind ik mooi, ik houd ook van kinderen. Zomaar gaan ze hem nu opsluiten.”
De 22-jarige Krishnie Naipal, student civiele techniek, zag een TikTok-filmpje over december 1982 voorbijkomen. „Ik had iets gezien over vijftien onschuldige mensen die vermoord waren.”
„Oh ja, door onze ex-president”, zegt haar studiegenoot Li-Essa Kasmo (19). „En hij was er niet eens voor opgesloten.”
Naipal: „Die mensen waren brutaal mishandeld.”
Kasmo: „Ik snap alleen niet dat dit zoveel jaar later pas behandeld wordt. Waarom is dat nooit eerder gebeurd?” Dat Bouterse al twee keer eerder veroordeeld was maar zich telkens tegen het vonnis verzette, wisten de twee niet.
Volgens ambtenaar Tijanie Hertsberg (33) zitten mensen in Suriname „niet op een veroordeling te wachten”, omdat er „belangrijker zaken” zijn. „Kijk naar de economische situatie. Mensen zijn meer bezig daarmee dan met zo’n proces.”
Hertsberg heeft zijn twijfels bij de uitvoering van het proces. „Je kunt je afvragen hoe eerlijk het is geweest.” Dat wantrouwen heeft ook te maken met dossiers over de Nederlandse betrokkenheid bij de coup in de jaren tachtig. Die dossiers zijn door Mark Rutte verzegeld tot 2060. Onderzoeker Ellen de Vries wist via andere wegen toch inzage te krijgen in de documenten en ontkrachtte het verhaal dat de Nederlandse kolonel Hans Valk achter de coup zat – maar dat weet lang niet iedereen. De tendens onder sommigen: als Nederland zaken rondom de coup geheimhoudt, wat verbergt het dan nog meer? Hertsberg: „We kunnen geen aannames doen over wat er in die tijd gebeurd is zolang we de informatie niet hebben.”