‘’De bouw van de brug over de Corantijnrivier die Guyana en Suriname moet verbinden, heeft niets met de gemeenschappelijke grens te maken, het is een infrastructurele kwestie‘’ aldus minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) gisteren tijdens een persconferentie inzake de grenskwesties. Het grensgeschil tussen Suriname en Guyana over het Tigri-gebied is nog steeds een heet hangijzer voor de samenleving. Politici en velen in de samenleving stellen, dat de bouw van de brug over de Corantijnrivier niet moet plaatsvinden, zolang Guyana het Tigri-gebied, bezet blijft houden. Ramdin verduidelijkte dat de bouw van de brug niets te maken heeft met de grenskwestie, maar behoeft een gezamenlijke aanpak. ‘’Op zich heeft de brug niets met de grens te maken. We moeten gezamenlijke afspraken maken.‘’ Het is volgens Ramdin niet zo, dat Guyana de Corantijnrivier heeft toegeëigend, maar vraagt juist toestemming als er activiteiten moeten plaatsvinden. De bewindsman ontkende met klem, dat Guyana de leiding heeft bij de bouw van de brug.

Ramdin verduidelijkte dat alles met betrekking tot de bouw, gezamenlijk via jointventures, tot stand komt. ‘’Het is absoluut niet zo, dat Guyana de leiding heeft met betrekking tot de bouw van de Corantijnbrug. Er is een gemeenschappelijke aanpak in alle opzichten. Het betreft een gemeenschappelijke onderneming, die op technisch gebied is afgerond. Het rapport is nu beschikbaar gesteld, en dat gaat naar een ministeriële groep van beide kanten.‘’ Het vervolgtraject met betrekking tot de bouw van de Corantijnbrug is volgens Ramdin reeds ingezet. ‘’Een daarvan is een protocol met betrekking tot beheer, en de tweede is een directievoering voor wat betreft de bouw, en een andere betreft de kwestie van de financieringsmodaliteiten.‘’

De bouw van de Corantijnbrug heeft volgens de bewindsman meerdere voordelen voor beide landen. Zo noemde hij de economische ontwikkeling, maatschappelijke waarde en toeristische waarde voor beide landen. Ook het buurland Guyana verduidelijkte eerder het belang van de brug, en zei dat het project niet alleen nieuwe transportmogelijkheden zal openen, maar ook zal voortbouwen op de bilaterale en handelsrelatie tussen beide landen.

De Guyanese minister van Financiën Ashni Singh, verklaarde enkele weken geleden, dat Guyana zich momenteel in een vergevorderd stadium bevindt met betrekking tot de besprekingen met Surinaamse functionarissen inzake de bouw van de brug. De bouw van de brug wordt uitgevoerd door de regeringen van Guyana en Suriname en zal worden gebouwd met behulp van het Design, Build, Finance, Operate, and Maintenance  (DBFOM)-model.