In de televisieuitzending “To the Point” van Apintie is Financiënminister Stanley Raghoebarsing gisteren ingegaan op het sociaal beleidsprogramma dat ook door financiën wordt aangestuurd. Volgens hem wordt ons land geprezen en als voorbeeld voor andere landen gezien. “Het sociaal beleidsprogramma wordt gesteund door de Caribische ontwikkelingsbank en er is extra geld geïnvesteerd om het ‘office community project mogelijk’ te maken”, aldus Raghoebarsing.  Ook verwees hij naar het initiatief waarbij via volledige steun van het Kabinet van de President, er wordt gezocht naar Financiële middelen om bovengenoemde projecten uit te voeren. Raghoe-barsing gaf als voorbeeld buurthuizen die worden gebouwd op basis van de behoeften van de buurt, waarbij de buurt zelf aangeeft wat ze nodig heeft. Een belangrijk resultaat van dit programma is, dat de buurten hebben laten zien dat ze zichzelf kunnen behelpen en leiderschap kunnen tonen.

Door de betrokkenheid en eigen bijdrage van de buurt bij de renovatie van scholen, is het bewustzijn gegroeid dat buurten in staat zijn zichzelf vooruit te helpen. Het is belangrijk om de impact van deze projecten kwantitatief vast te leggen, bijvoorbeeld hoeveel gezinnen uit armoede zijn geholpen door muzieklessen. “Dit zou moeten worden besproken met mediabedrijven, om de resultaten op te nemen”, aldus Raghoebarsing. Volgens hem is het mogelijk om leiderschap te tonen in buurten en zo leefbare gemeenschappen te creëren met een beetje overheidssteun.

Verschillende projecten, zoals het bouwen van sportvelden en het renoveren van scholen, hebben positieve effecten op de buurt. Het verdelen van het land in 62 districten, kan zorgen voor een betere organisatie en planning van projecten in deze gebieden. Het is nodig om meer personeel, zoals maatschappelijk werkers, wijkverpleegkundigen en politieagenten in te zetten, om de plannen in de districten uit te voeren. Het is belangrijk dat de financiën worden geregeld om deze projecten te kunnen financieren. Dit kan gedaan worden door delen van de begroting om te buigen naar deze projecten.

Raghoebarsing wees op de verdeling van ons land in 62 ressorten, die variëren in grootte en de bevolking.

Er wordt gesuggereerd dat er behoefte is aan meer organisatie en financiering om de plannen in deze ressorten uit te voeren. Het idee wordt geopperd om elk ressort te voorzien van een maatschappelijk werker, wijkverpleegkundige, politieagent, sociaal werker en sportexpert.

Het is belangrijk om deze ressorten te veranderen en ervoor te zorgen dat ze het benodigde geld en personeel krijgen om hun plannen uit te voeren. “Er is al een organisatie en personeelsbezetting in de ressorten, maar er moet meer worden gedaan, om ervoor te zorgen, dat het geld op de juiste plek terecht komt”, aldus Raghoebarsing.

Het terugkrijgen van geld van de centrale overheid kan soms moeilijk zijn, wat een obstakel vormt bij het uitvoeren van projecten. Er wordt gesuggereerd dat de oplossing zou zijn te beginnen met de uitvoering van projecten in tien ressorten in elk district. Er wordt ook gesproken over de problemen die gepaard gaan met de financiering van de politie en het moeilijk terughalen van geld van boetes.