“Inmiddels is het technische werk met betrekking tot de bouw en de inschrijvingen reeds af voor de brug over de Corantijnrivier. We moeten nu de gesprekken met Guyana gaan voeren over de financieringsmodaliteiten. We hebben de tekeningen al, de aanbieders zijn ook al gekwalificeerd, nu gaan we met de Guyanezen praten over politiek en geografie, zodat we elkaar goed kunnen begrijpen. Dit alles moet goed worden vastgelegd, zodat er geen onduidelijkheid is. Vervolgens zullen wij het ook hebben over de financieringsmogelijkheden en daar zijn drie ministers bij betrokken, waaronder de minister van Buitenlandse Zaken, van Openbare Werken en van Financiën”, aldus minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking tegenover de krant.
Volgens Ramdin zijn we nu in het voorlaatste traject en er zijn verschillende mogelijke aanbieders voor de financiering van de brug over de Corantijn.
“We hebben nu een Canadees bedrijf, de IDB, de Wereldbank, de Indian Community Bank en de Europese Investeringsbank, maar die verwachten wel dat het een Europees bedrijf wordt. Er zijn meer dan genoeg financierders, dus wij kunnen alle zaken in goede banen geleiden”, aldus de minister.
De Surinaamse regering is van mening, dat de Corantijnrivier van Suriname is en dan is er geen twijfel over de jurisdictie van de brug bij ingrijpen, indien er zich bijvoorbeeld ongelukken voordoen. Ramdin zegt wel dat er een gezamenlijk beheersorgaan zal moeten komen, waarvan het bestuur bestaat uit Guyanezen en Surinamers, net als hoe het nu is geregeld met Canawaima. “Er is al geruime tijd een gezamenlijk managementteam dat bestaat uit Guyanezen en Surinamers. De voorzitter wisselt elke zes maanden. Maar net zoals we de Canawaima managen, kunnen we dat ook samen doen met Guyana. Dit is een model en we kunnen het bekijken”, aldus de minister.
“Het streven is om midden 2024 te starten met de bouw van de brug over de Corantijnrivier, maar we moeten eerst de financieringsmodaliteiten goed bespreken. De brug zal niet af zijn voor de verkiezingen van 2025.”