Terwijl TotalEnergies zich voorbereidt op haar eerste offshore ontwikkelingsproject in Suriname, wordt de concurrentie tussen SBM Offshore en MODEC heviger om het contract binnen te halen voor het productieschip van 200.000 vaten per dag van het project.
Vooruitlopend op het biedingsproces zijn beide aannemers begonnen met conceptuele engineeringstudies voor het drijvende productie-, opslag- en losschip (FPSO), zoals gerapporteerd in een artikel van 27 oktober door Upstream Online.
TotalEnergies doet een substantiële investering van USD 9 miljard voor de ontwikkeling, gericht op het winnen van de uitgebreide oliereserves die verborgen liggen in de velden Sapakara South en Krabdagu, die samen bijna 700 miljoen vaten olie bevatten.
De reservoirs Sapakara South en Krabdagu bevinden zich op waterdieptes van 100 tot 1.000 meter. TotalEnergies heeft plannen geschetst om eind 2023 met gedetailleerde technische studies te beginnen, waarbij de definitieve investeringsbeslissing (FID) eind 2024 wordt verwacht. De eerste productiedoelstelling van het project is vastgesteld voor 2028.
Degene die het contract in de wacht sleept, verovert feitelijk de opkomende markt van Suriname. Zowel SBM Offshore als MODEC zijn momenteel actief op de Guyaanse markt. MODEC bouwt actief aan de FPSO voor het Uaru-project, terwijl SBM Offshore met succes drie schepen heeft opgeleverd en er nog twee in de pijplijn heeft.