Op 26 oktober 2023 is de behandeling van de vrijheidsberovingszaak tegen de verdachte Imro Midema voortgezet door de kantonrechter. De verdachte was afwezig. De zaak stond voor pleidooi. De raadslieden van de verdachte zijn mr. M. Dubois en mr. B. Pick.
Advocaat Dubois verwees naar de uitspraak van het Constitutioneel Hof waarbij geoordeeld is dat bepaalde artikelen van het Wetboek van Strafvordering op gespannen voet staan met de Grondwet en internationale verdragen. Hij voerde aan dat één van de uitgangspunten is dat als de verdachte zich laat vertegenwoordigen door een advocaat, er sprake is van een rechtsproces op tegenspraak. Hij deed het verzoek om een onderzoek op tegenspraak te starten, de stand van de zaak te herzien en de raadslieden in de gelegenheid te stellen om getuigen te doen horen.
Advocaat Pick voerde aan dat hij pas later in het proces is benaderd om rechtsbijstand te verlenen.
Hij voerde verder aan dat wanneer bij een raadsman de behoefte bestaat om getuigen te horen, dat verzoek wordt toegestaan, ook al wordt de zaak bij verstek behandeld.
De officier van justitie bracht naar voren dat het een verstekzaak betreft, dat is een zaak waarin de verdachte niet is verschenen. Verder gaf de officier aan dat het Constitutioneel Hof geen gerechtsinstantie is, maar een adviserend orgaan. Hij stelde ten slotte dat hij zal meegaan met de beslissing die de rechter zal geven op het verzoek tot het horen van getuigen. Op 9 november 2023 zal de zaak verder worden behandeld en zal de rechter een beslissing nemen over het verzoek tot het horen van getuigen.