Minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (BiZa), onder welk ministerie het beleidsgebied Religieuze Aangelegenheden (RA) ressorteert, heeft naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten, donderdag het platform Gerechtigheid voor Palestina ontvangen. Het platform wil op vrijdag 3 november een vredesloop organiseren, welke als doel heeft om Surinamers bewust te maken van de humanitaire ramp die zich nu voltrekt in Palestina. Een groot aantal moslims dat zich heeft verenigd in het platform, heeft audiëntie aangevraagd bij de minister. Na kennis te hebben genomen van de verklaringen van verschillende organisaties, heeft het platform het gevoel dat er te weinig besef is in Suriname wat voor humanitaire ramp zich op dit moment afspeelt in Palestina. Het platform veroordeelt ook net als iedereen elke vorm van geweld, maar vindt dat wat zich nu afspeelt in Palestina, buitenproportioneel en inhumaan is. Er kan op geen enkele manier worden gerechtvaardigd dat miljoenen Palestijnen het recht op voedsel, water, medicamenten, elektriciteit moedwillig wordt onthouden. Daarom wil het platform een vredesloop organiseren, waarbij het bewustzijn van Surinamers wordt vergroot over het leed wat zich nu afspeelt in Palestina.
“Ik juich elke vredesloop toe die de vrede bevordert en aanmoedigt. Ook ik vind dat we de humanitaire ramp in Palestina niet moeten negeren. Suriname is een land dat vrede en tolerantie als exportproducten heeft. Ik heb het platform Gerechtigheid voor Palestina toegezegd dat ik een spoedmeeting met IRIS en de moslimorganisaties ga beleggen. Voorts ga ik de Vader des Vaderlands, president Chandrikapersad Santokhi, informeren over het voornemen van het platform om een vredesloop te organiseren en waar nodig te adviseren om te ondersteunen waar mogelijk op vrijdag 3 november, want ongeacht wat voor geloof je belijdt, vanuit een humaan oogpunt moeten we de gebeurtenissen in Palestina op de politieke agenda houden, zodat geloof op vrede en gerechtigheid in het Midden- Oosten niet verloren gaat“, aldus minister Somohardjo.