Regering: Eerst staatsschuld aflossen alvorens beginnen met Spaar- en Stabilisatiefonds

Afgelopen dinsdag tijdens de discussieavond van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), sprak de inleider Karel Eckhorst, ook over een ‘Sovereign Wealth Fund (SWF)’. Dit fonds is een beleggingsfonds dat beheerd wordt door de overheid van een land en waarin die overheid daarmee een overwegende mate van zeggenschap heeft ten aanzien van het beleggingsbeleid. Volgens Eckhorst kosten de spaarsommen veel minder dan de staatsschuld met hoge rentes.

Ook wees hij erop dat de overheid de schuldenlast die afbetaald moet worden, moet brengen naar hanteerbare proporties. Echter is in de gesprekken met de regering duidelijk geworden, dat eerst de staatsschuld afgelost dient te worden, en pas daarna er begonnen moet worden met sparen. Het verlichten en bestrijden van de armoede zal eveneens worden bekeken.

Eckhorst is van mening dat het bovenstaande wordt opgenomen in een Sovereign Wealth Fund.

‘’Kijk naar de belangrijkste objectieven”, aldus Eckhorst. Volgens hem is het niet juist dat nog voordat de wet Spaar- en Stabilisatiefonds (SSFS) in werking treedt, er allerlei bezwaren gemaakt worden inzake de werking van de wet.

Eckhorst wees erop dat er in de wet een voorziening is getroffen om in de SSFS alleen de meeropbrengsten van de minerale productie in vreemde valuta op te nemen. Hij verwees naar de grote opbrengsten en winsten van de GOw2/Staatsolie die in SRD waren.

Eckhorst is van mening dat ook bij de SSFS er sprake zal zijn van grote meeropbrengsten en winsten die opgenomen kunnen worden in de SWF. Hij verwijst ook naar de clausule in de wet dat middelen in de SWF kunnen worden geparkeerd in een ‘co-investment fund’. ‘’Een bij wet op te zetten co-investeringsfonds”, aldus Eckhorst. Volgens hem zal de staat dit fonds gaan beheren. Evenwel zal in de wet ook worden opgenomen voor welke bestemmingen de gelden in het fonds kunnen worden opgenomen. Volgens Eckhorst zullen de bestemmingen in het co-investeringsfonds dan te maken hebben met armoedebestrijding, beleidsgebieden zoals onderwijs, volksgezondheid en infrastructuur.

Ook is meegenomen in de wet voor het investeringsfonds dat voor de periode van drie jaar, het fonds zich mag vullen, maar daarna kan er gebruik van gemaakt worden. Ook de Staatsolie Maatschappij Suriname, die deel uitmaakt van de commissie en praat over bovengenoemde besluitvorming, zou volgens Eckhorst, gelden naar dit fonds kunnen toewijzen.

Eckhorst is van mening dat de SSFS een breder draagvlak zou moeten hebben met aanvulling van maatschappelijk draagvlak door aanvulling van de vijf leden waaruit het bestuur van het fonds thans bestaat. Ook had Eckhorst de idee om te praten met andere organisaties zoals de IRIS (overkoepelend) en de Anton de Kom Universiteit Suriname, die betrokken kunnen worden bij de sturing van het fonds. Ook zou volgens hem de oppositie een stem kunnen hebben voor wat het fonds betreft. Echter zal de wetgever hierover moeten beslissen.

BEP-voorzitter Ronny Asabina is van mening dat de SSFS een belangrijke en noodzakelijk gegeven is voor onze samenleving. Echter heeft hij de indruk dat de wet die het fonds werkingskracht zou moeten geven, een papieren tijger schijnt te zijn. Hij had verwacht dat tegen deze tijd, er middelen in het fonds gestort zouden zijn. Ook denkt Asabina dat de wet de toets van kritiek kan doorstaan. Met het oog op de ontwikkeling van olie-inkomsten, behoeft het fonds volgens hem wel enige aanpassing. Hij gaf ook mee dat het niet goed gaat met de economie en wel moeten nagaan, hoe het staat met de begrotingsdiscipline. Hoewel hij thans best kan begrijpen dat in een situatie met een zwakke economie en de crisis die het land doormaakt en de grote armoede, het heel moeilijk zou zijn om het sparen te gaan verkopen aan de samenleving. Volgens hem zou medewerking van het volk heel moeilijk gaan. Ook noemde hij situaties in het verleden van schijnwelvaart. ‘’Lessons learned zijn er. We moeten ons niet voor de tweede maal aan dezelfde steen stoten”, aldus Asabina.

Winston Ramautarsing gaf als voorbeeld een lege spaarpot en zei dat hij niet van plan was deze spaarpot te vullen in tijd als wat wij in Suriname meemaken. Volgens hem wordt elke maand de SRD 2 tot 4 procent minder. Hij wees erop dat ons land van crisis tot crisis wordt bestuurd. ‘’Hoewel we ons vaker hadden voorgenomen om te sparen voor moeilijke tijden, maar wanneer er slechtere tijden aanbraken, waren we niet in staat om de waarde van onze munteenheid te behouden.’’ Hij is van mening dat alle culturen in Suriname wel willen sparen voor een goede toekomst voor hun kinderen zodat ze weer kansen hebben. Hij wees erop dat toen de ouderen onder ons opgroeiden, ze het ook moeilijk hadden.

Ramautarsing is van mening dat in de afgelopen 50 jaar we verzaakt hebben als land om een deel dat we verdienen, aan een kant te zetten. Volgens hem zou dat bedoeld zijn voor tegenslagen en moeilijke tijden. “En vooral ook voor de volgende generatie om het beter te hebben”, aldus Ramautarsing. Volgens hem is dat de bedoeling van de SSFS. Echter moeten we niet een dief worden van onze eigen portemonnee door de 40 en 50 procent die onze munteenheid verzwakt, vandaar dat de SSFS in vreemde valuta spaart en dat buiten Suriname plaatsvindt. “Er moet waardevast belegd worden”, aldus Ramautarsing.  Volgens hem wordt het fonds dan steeds meer waard. Echter vindt hij dat we wel rekening moeten houden met de politieke situatie. “We moeten ervoor zorgen dat politici afblijven van de SSFS”, aldus Ramautarsing.

More
articles