In Guyana bestaan hoge verwachtingen van de olieproductie buiten het Stabroek-blok. Dit blijkt uit recente verklaringen van de minister van Natuurlijke Hulpbronnen, Vickram Bharrat, die zei dat het Corantijn-blok in de komende acht jaar in productie zou kunnen gaan. “We hebben al een ontdekking gedaan in het Corantijn-blok. Ze hebben een goede beoordeling uitgevoerd, en er zijn plannen om meer beoordelingsputten te doen, dus het is zeer waarschijnlijk dat het blok tegen 2030 in productie kan zijn”, zei Bharrat op vrijdag 13 oktober, tijdens een informatiesessie over het Gas-to-Energy-project, bestemd voor de leden van de Georgetown Chamber of Commerce and Industry (GCCI). De sessie werd georganiseerd door de Petroleumcommissie van de Kamer.

Het Corantijn-blok wordt momenteel beheerd door CGX Energy. Frontera heeft momenteel een participatie van 72,7%. CGX deed twee succesvolle ontdekkingen in het blok; Kawa-1 en Wei-1. De Kawa-1-put werd geboord in waterdieptes van ongeveer 355 meter (1174 voet) tot een totale diepte van 21.578 voet (6.577 meter) in het noordelijke deel van het Corantijn-blok. De veelvoorkomende lichte olie in het Santonien en Coniacien en gascondensaat in de Maastrichtien en Campanien. CGX sloot Kawa later af en verliet de put, waarbij hij opmerkte dat het bedoeld was om actief te blijven na de voltooiing van de succesvolle boorcampagne.

De Wei-1-put stuitte op 60 meter koolwaterstofhoudend zand aan de horizon van Santon. CGX had zijn eerder aangekondigde ontdekking in de intervallen van Maastricht en Campania bijgewerkt naar 23 meter nettoloon. Er werden vloeistofmonsters genomen uit het Campanien en het Maastrichtiaan, wat duidde op de aanwezigheid van lichte ruwe olie in het Campanien en zoete medium ruwe olie in het Maastrichtiaan.

Het boren bij Wei-1 werd in juli voltooid en CGX zal naar verwachting binnenkort de resultaten van de santoniaanse gesteente- en vloeistofeigenschappen vrijgeven. Deze worden geanalyseerd door ‘een onafhankelijk extern laboratorium’ om het nettoloon en de basis voor de evaluatie van de interval te bepalen. CGX zei dat een uitgebreide houtkapcampagne in het Maastrichtiaanse interval de aanwezigheid van middelzoete ruwe olie met een API van 24,9 aangaf. De vloeistofanalyse in het boorgat bevestigde lichte ruwe olie in het Campaniaanse interval.

CGX heeft gezegd dat het onzeker is of de vondst bij Wei-1 voldoende is om de commerciële ontwikkeling in dat deel van het Corantijn-blok te ondersteunen. Verwacht wordt dat de lopende analyse waardevol inzicht zal opleveren over de toekomst.