Annand Jagesar, CEO van Staatsolie, verbaast zich over uitlatingen gedaan door Herman Alendy. Volgens hem is in het contact dat geweest is met de raad, er altijd voor gezorgd, dat de voorzitter van de raad op correcte wijze zou worden behandeld. De klacht over de ruimte die voor Alendy beschikbaar zou zijn gesteld, is met hem besproken en er is gevraagd wat zijn wensen waren met betrekking tot de geschiktheid van de ruimte die voor Alendy zou worden gereed gemaakt. Jagesar heeft ook zelf met Alendy gesproken over zijn persoonlijke overwegingen waarom hij om die redenen wilde bedanken. Alendy achtte het niet nodig om openhartig over die problemen met Jagesar te willen praten. Volgens Jagesar was hij bereid de persoonlijk de redenen te willen aanhoren om eventuele oplossingen te helpen vinden met Alendy. Echter was Alendy daartoe niet bereid. In de media was toen verschenen dat Herman Alendy per 1 oktober geen president-commissaris (pres-com) meer is bij Staatsolie. Er zou een breuk zijn ontstaan in de werkrelatie tussen hem en CEO Jagesar. Alendy zegt geen vertrouwen meer te hebben in hem. Ook wordt gesteld in bericht van het medium, dat er verschillende redenen waren die hebben geleid tot deze vertrouwensbreuk. Zo stelt Alendy dat de Raad van Commissarissen (RvC) vaak werd overgeslagen bij belangrijke besluiten. Achteraf werd hij ingelicht over zaken die er zich afspeelden. Echter maakt Jagesar duidelijk, dat het weleens is voorgekomen dat de besluiten die genomen werden, wel achteraf zouden zijn doorgenomen met Alendy. Bij die gelegenheden was er geen sprake van opzet vanwege een omstandigheid die gemaakt heeft dat het niet anders kon bij de besluitvorming. Hij betreurt de uitlatingen van Alendy in de media. “Er zijn inderdaad af en toe wat meningsverschillen geweest, maar de RvC is nooit overgeslagen”, aldus Jagesar. Hij is van mening dat alles besproken had kunnen worden.