In Guyana, het nieuwste olieproducerende land van Zuid-Amerika, zijn enorme infrastructuurprojecten en bouwprogramma’s gaande. Deze groeigolf zorgt voor een enorme vraag naar energie, waarvan de autoriteiten zeggen dat die zal blijven toenemen. Maar een recente publicatie van het in de VS gevestigde Institute for Energy Economics and Financial Analysis (IEEFA) suggereert dat een elektriciteitscentrale van 300 MW, een van de belangrijkste onshore componenten van een baanbrekend Gas-to-Energy-project, Guyana zal voorzien van een overaanbod aan energie. Energie die zou worden gedistribueerd via Guyana Power and Light Inc. (GPL). De vicepresident van het land, dr. Bharrat Jagdeo, reageerde prompt: “Elke consultant die alleen naar de GPL-plannen (ontwikkelings- en uitbreidingsplannen voor 2023) kijkt om te bepalen of Guyana een overaanbod aan energie zal hebben of niet, moet wel gek zijn”, zei dr. Jagdeo. ‘’Je moet hierheen komen en begrijpen wat het ontwikkelingsplan van dit land is. Zo schat je de vraag in. Jagdeo zei dat een van de grootste componenten van de hogere vraag naar elektriciteit de zelfopwekkende bedrijven zouden zijn die zijn overgestapt op het GPL-net. Deze bedrijven hebben zich gerealiseerd dat het kosteneffectiever is om de GPL-netwerksystemen te gebruiken, aangezien de regering van Guyana het nutsbedrijf subsidieert om te voorkomen dat eventuele hogere kosten worden doorberekend aan de consument.
‘’Naar schatting wordt ruim 100 MW door eigen energie opgewekt. Momenteel leveren we vanuit GPL 180 MW. Als ze overschakelen, is dat 280 MW”, zei de vicepresident, eraan toevoegend dat deze gang van zaken GPL heeft gedwongen om tijdens piekuren vijftien grote bedrijven van het elektriciteitsnet te verwijderen. Jagdeo benadrukte ook de uitbreiding van verschillende industrieën als een andere belangrijke bijdrage aan de toegenomen vraag naar energie. Hij merkte bijvoorbeeld op dat er zeven hotels in aanbouw zijn en dat er nog vier in gebruik kunnen worden genomen. Hij zei dat deze entiteiten alleen al ongeveer 15 MW aan stroom nodig zouden kunnen hebben. Met het voorgaande in gedachten zei de vice-president dat het voor elke adviseur belachelijk is om te verkondigen wat de energievraag van Guyana zal zijn, als ze niet ter plaatse zijn om de dynamiek die daarbij speelt, te begrijpen. Zelfs als er sprake is van een overbouw van de energievoorziening met 20 MW of 50 MW, zei de vicepresident dat er geen sprake zou zijn van een gestrande energievoorziening, aangezien het tempo van de oliesector heel goed een nieuw project zou kunnen vereisen om 100 MW stroom op te wekken. “Dus dit rapport over mogelijk overbouw en dat alles is volslagen onzin”, concludeerde de vicepresident.