De relatie met onze zuiderbuur Brazilië is volgens president Chandrikapersad Santokhi, geïntensiveerd. “De functionele samenwerking waarbij Brazilië ons land op het gebied van landbouw, volksgezondheid, wetenschap, onderwijs, etc., ondersteunt, is enorm gegroeid in het afgelopen jaar. Op politiek-diplomatiek gebied is Suriname actief betrokken bij de nieuwe pogingen van de Braziliaanse president om de integratie op het Zuid-Amerikaans continent te bevorderen. Ook onze relaties met de Caribische Gemeenschap zijn intensief, met als belangrijke aandachtspunten de economische ontwikkelingen”, aldus het staatshoofd tijdens zijn jaarrede gisterochtend in De Nationale Assemblee.
De president had ook over de politieke crisis op Haïti, de discussie rondom reparatie, tegen de achtergrond van het slavernijverleden, en de internationale vraagstukken die van invloed zijn op onze sub-regio, voornamelijk klimaatverandering en klimaatfinanciering. Met landen zoals Guyana, Barbados, Trinidad and Tobago en Jamaica wordt er volgens het staatshoofd, gewerkt aan het bevorderen van de handelsbetrekkingen. “De focus ligt op de export van Surinaamse landbouwproducten inclusief rijst en groenten.” Verschillende handelsmissies zijn thans in voorbereiding om marktvergroting voor het Surinaamse product en dienstverlening te realiseren, zoals binnenkort naar de Dominicaanse Republiek, en volgend jaar naar Panama, de VS en Europa.
Makandra-project
“De op het hoogste niveau herstelde betrekkingen met het Koninkrijk der Nederlanden worden politiek en functioneel voortgezet. Het zogenaamde Makandra-project, dat de technische en functionele samenwerking tussen de beide landen coördineert, wordt zowel in de breedte als de diepte uitgebreid. De samenwerking op belangrijke beleidsdomeinen zoals financiën, veiligheid, justitie, defensie, personenverkeer, onderwijs en volksgezondheid zullen worden uitgebreid naar andere beleidsgebieden, zoals infrastructuur, waterbeheer, samenwerken met gemeenten, transport en toerisme.” Het staatshoofd benadrukte, dat beide landen werken naar de definitieve afronding van de beschikbaarstelling van de resterende verdragsmiddelen van bijkans 14 miljoen euro ten behoeve van de gezondheidssector en ter stimulering van de productie.
“Ook met de Verenigde Staten van Amerika zijn de verhoudingen volledig genormaliseerd. Er bestaat intensief contact met de Amerikaanse regering op politiekdiplomatiek niveau. Binnenkort zal de bilaterale relatie tussen de beide landen aan een evaluatie worden onderworpen, tijdens een ontmoeting op ministerieel en technisch niveau”, aldus de president.
Volgens het staatshoofd richt de aandacht zich thans op het mobiliseren van ondersteuning via Amerikaanse financiële instituten zoals de Exim Bank, de Development for Finance Corporation en the U.S. Agency for International Development. “Inmiddels heeft de U.S. Agency for International Development na veertig jaar afwezigheid, nu weer een kantoor in Suriname. Het doel van deze mobilisatie is om potentiële investeerders, met wie ik recentelijk in New York ontmoetingen heb gehad, te interesseren om met Surinaamse partners, economische bedrijvigheid te creëren in ons land.”
Diaspora
“De relatie met onze diaspora in de wereld, maar zeker in Europa wordt beschouwd als een potentiële bron voor ondersteuning en ontwikkeling. In de komende periode zal het beleid hieromtrent gericht zijn om deze Surinamers in te zetten voor concrete projecthulp, ten behoeve van gemeenschaps-projecten, die de leefbaarheid op buurtniveau moeten helpen verbeteren. Daarnaast zien wij ook de netwerkcapaciteit van deze groep als een mogelijkheid om investeerders ten behoeve van verschillende sectoren aan te trekken.” Regelmatige bezoeken van hoge regeringsfunctionarissen hebben volgens de president uitdrukking gegeven aan de verbeterde relaties resulterend in technische samenwerking en financiële ondersteuning.
Met ondersteuning van de Zwitserse regering worden voorbereidingen getroffen voor het openen van een bilaterale en multilaterale diplomatieke missie in Geneve. Suriname is het enige land in deze regio dat tot op heden geen vertegenwoordiging heeft bij de Wereld Handels Organisatie en de daar gevestigde VN-organen. “Wij verwachten enorme technische bijstand en financiële middelen om onze binnenlandse expertise en capaciteit te kunnen vergroten en mobiliseren. Dit is van groot belang bij het voorbereiden van ons land op wat noodzakelijk zal zijn, wanneer de commerciële oliewinning zal beginnen.”