Repliek DA’91 op de jaarrede:

‘Geen ontwikkeling zonder eenduidigheid in uit te voeren beleid’

‘’Er zal geen ontwikkeling plaatsvinden in Suriname, zeker geen ontwikkeling die iedere burger dient, zolang er verkaveling is binnen regeringen van ministeries, zolang er geen eenduidigheid is in het uit te voeren beleid en zolang er geen integriteit van bestuur is‘’, stelt DA’91 in haar Repliek op de Jaarrede, waarin de partij een reactie geeft op de jaarrede die op vrijdag 29 september uitgesproken is door president Chandrikapersad Santokhi.

DA’91 presenteerde afgelopen vrijdag voor het zevende jaar op rij, de Repliek op de Jaarrede. DA’91 introduceerde deze wijze van reageren op de net uitgesproken jaarrede van de president in 2016. De repliek is een monoloog waarin de partij een eerste reactie geeft op hetgeen de president kort daarvoor heeft gepresenteerd in De Nationale Assemblee. Behalve te reageren met goed- of afkeuring van hetgeen de president aangaf, worden in de repliek ook suggesties gedaan en opvattingen van de partij gedeeld over hoe het beleid en/of bestuurlijk handelen eruit zou moeten zien.

De repliek wordt jaarlijks gepresenteerd door de voorzitter en binnen enkele uren na de presentatie van de jaarrede, uitgezonden via de televisie.

In de Repliek op de Jaarrede 2024, stelt de partij onder meer: ‘Hoeveel van de 42 miljard Surinaamse dollar inkomsten in 2024 zullen u en de rest van ons volk ten goede komen?’ De partij constateert ook: ‘Vanaf het aantreden van deze regering hebben wij nimmer de beloofde ‘eenheid in bestuur’ mogen ervaren. En nu wil de president ons doen geloven, dat hij zich er niet bewust van was, drie jaren lang en ondanks de vele heldere signalen vanuit de samenleving. De president wil ons doen geloven dat zonder structurele verbetering van het karakter en de houding van regeringsfunctionarissen, het er plots wel zal zijn.’

Een tweede constatering van de partij betreft de schuldenlast: ‘Het resultaat van haast vier jaar regering Santokhi is dat onze staatsschuld haast verdubbeld is. In het afgelopen half jaar is deze opgelopen van 122,1 procent naar 203 procent van het bruto binnenlands product, bijkans 120 miljard Surinaamse dollar. Leningen bij het IMF en de IDB vormen hier de basis van. Dit is boven de 60 procent norm. En er zijn nog meer leningen in de pijplijn. Hoe wil de regering Santokhi, de president, deze schulden terugbetalen? Tot nu toe is er minimaal tot niets afgelost.’

DA’91 stelt voorts dat er geen ontwikkeling zal plaatsvinden in ons land, ‘zeker geen ontwikkeling die iedere burger dient, zolang er verkaveling is binnen regeringen van ministeries, zolang er geen eenduidigheid is in het uit te voeren beleid en zolang er geen integriteit van bestuur is’.

De partij haalt ook aan, dat de levensstandaards van velen ernstig is aangetast: ‘De onderste lagen van onze samenleving hebben het ontzettend zwaar en hoewel zij horen van sociale programma’s en wij op de begroting van 2024 wederom een enorm bedrag zien voor sociale ondersteuning bij het Kabinet van de President, merken velen, eenoudergezinnen, seniorenburgers en mensen met een beperking, hier bitter weinig van. De levensstandaard is zo ernstig aangetast dat de middenklasse zo goed als verdwenen is en hele gezinnen ontvluchten dagelijks ons land op zoek naar veiligere en leefbaardere oorden.’

De partij vindt het treffend dat de regering Santokhi midden in deze trieste situatie, zichzelf bestempeld als ‘moedig’ en het beleid dat aan de grondslag van dit verval van onze samenleving ligt, bestempeld als ‘een heldendaad’.

Teneinde toekomstige regeringen te vrijwaren van criminele elementen en invloeden, doet de partij een beroep op de regering en De Nationale Assemblee met de meeste spoed een wet op financiering van politieke partijen en politieke campagnes aan te bieden.

DA’91 hekelt het feit dat Suriname wederom het buitenlands nieuws haalt vanwege slecht bestuur op het vlak van met name de goudwinningsactiviteiten in ons binnenland. In een voorpagina-artikel van de New York Times, worden de deplorabele toestanden aangekaart, waaruit ook blijkt dat de gezondheid van onze burgers in die gebieden reeds ernstig wordt aangetast. De Repliek op de Jaarrede wordt afgesloten met een oproep aan onze samenleving dat de Surinaamse grond om hen roept: ‘Sranan gron e kari oen!’

More
articles