De Belangengroep Verontruste Aandeel-houders Hakrinbank (BVAH), had vorig jaar in een brief aangegeven, dat de algemeen directeur Rafiek Sheoradjpanday en de president-commissaris Humphrey Schurman, in strijd handelden met de statuten van de Hakrinbank en andere governance regels. De aandeelhouders stelden in het schrijven, dat de bank had toegelaten dat de aandeelhoudersvergadering geleid werd door Schurman, die op dat moment daartoe niet bevoegd was.
Schurman presenteerde zich op de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) als president-commissaris, doch hij bekleedde die functie niet meer, aangezien de termijn waarvoor hij was benoemd, sinds februari 2022 was verstreken. De redactie verneemt uit betrouwbare bron, dat de president-commissaris binnenkort zal aftreden en dat een van de huidige leden van de raad, Sharmila Jadnanansingh, op de volgende AVA benoemd zal worden tot president-commissaris. “Dit, terwijl naar aantal jaren als lid van de Raad van Commissarissen, het lid Patrick Peneux een hogere anciënniteit noteert en bij de meest recente algemene vergadering van aandeelhouders, een bijzondere en technisch inhoudelijke bijdrage leverde. Lid Jadnanansingh zit aan in de eerste termijn als commissaris en heeft vooralsnog geen jaarlijkse Algemene Vergadering van Aandeelhouders meegemaakt, noch een volledig traject van jaarrekeningen doorlopen”, aldus onze bron.
Governance
Antoon Karg, advocaat van de Belan-gengroep Verontruste Aandeelhouders Hakrinbank: “Statutair is destijds, op schrift en ter vergadering onder de aandacht gebracht, dat de topstructuur en het toezicht, naar behoorlijke standaarden van governance, aandacht vereisten.
Er is naar de mening van een verontruste groep aandeelhouders, gefaald in waarborg van het gevoel van veiligheid van vrouwen. De adequate structurering van governance en het behoud van kenmerkend leiderschapstalent, zijn nadere zorgpunten geweest in de recente periode. Het vertrek van meerdere topfunctionarissen die elders in bankdirecties en bij grote concerns, groei, leiderschap en innovatie etaleren, is een klap in het gezicht van degenen die aangedrongen hebben op de uitvoering van de topstructuurakkoorden die vijf tot zes jaar geleden vastgelegd zijn op het hoogste niveau. De reputatie en de gezondheid van de bank, zijn merkbaar aangetast. Compliance met de wettelijke vereisten van onafhankelijkheid, zeker ten opzichte van de staat, zijn onderwerp van lopende rechtsgeschillen en er zijn beleidskeuzes gemaakt, die vanuit het bankbedrijf niet anders verklaard kunnen worden, dan in rechtstreekse ondersteuning van overheidsbelangen, die at-arms-length qua risicoprofiel, nimmer voor een andere cliënt van de bank gemaakt zouden zijn geworden.”