Staatsolie, het oliebedrijf van Suriname, zou met maximaal 20 procent kunnen deelnemen aan de ontwikkeling van de inaugurele veldontwikkeling binnen Blok 58, zo maakte het bedrijf bekend. De regeling komt overeen met het modelcontract voor het delen van productie, waarbij de Surinaamse staat recht heeft op het merendeel van de netto-inkomsten uit offshore activiteiten. Deze inkomsten omvatten volgens Staatsolie, royalty’s, winstolie en belastingen en zullen naar verwachting tussen de 16 miljard en 26 miljard dollar liggen gedurende de verwachte levensduur van het productieveld van twintig jaar, afhankelijk van de heersende olieprijzen. De ontwikkeling, die op 9 miljard dollar is geraamd, wordt geleid door TotalEnergies en APA Corporation. Het doel is om twee enorme reservoirs, de Sapakara South- en de Krabdagu-velden, aan te boren – in totaal bijna 700 miljoen vaten. Naast de directe bijdragen die in het contract zijn vastgelegd, worden er aanvullende indirecte inkomsten verwacht uit de levering van lokale goederen en diensten, gewoonlijk lokale inhoud genoemd.

Een bewijs hiervan is het recente boren van de laatste vijf putten in Blok 58, waar alle operationele activiteiten binnen Suriname werden uitgevoerd. Staatsolie wees erop dat ongeveer 90 miljoen dollar al in de Surinaamse economie is gestroomd, ondersteund door het inhuren van lokale arbeidskrachten, de aanschaf van inheemse goederen en de inzet van lokale diensten. Vooruitkijkend zei Staatsolie dat de ontwikkeling van het eerste offshore productieveld het boren van ongeveer 30 putten over een periode van tweeënhalf jaar met zich mee zal brengen. Het ontwikkelingsvoorstel wordt momenteel opgesteld, met een evaluatie verwacht in 2024 en de eerste olie in 2028.