Edmund Blufpand, voorzitter van de Vereniging van Surinaamse Melkboeren (VSMB), bevestigt dat door de warmte, de koeien minder grazen overdag. “Vooral melkrassen die eigenlijk in een gematigd klimaat leven”, aldus Blufpand. Volgens hem zoeken de koeien schaduwplekken op zodra het warm wordt. ‘’Ze eten dan ook niet.’’

Blufpand verduidelijkt dat daardoor de koeien ook iets minder melk produceren. ‘’Het gras groeit ook iets minder snel, waardoor er ook minder gras beschikbaar is.” Volgens hem is een optie eventueel voeden op stal, maar dat is arbeidsintensief en kost meer.

De middelen die nodig zijn in het productieproces zoals gras, arbeid en kapitaal, zijn factoren die altijd nodig zijn bij de melkproductie. De productie van het melkvee, waar arbeid meer kost gedurende deze droge tijd, kan volgens Blufpand ook ertoe leiden dat de productie die op een lager peil is, voor meer kosten zal gaan zorgen, omdat de verzorging van het vee meer vergt dan bij de normale warmte.

Nog voor de droge tijd was aangebroken, verklaarde Blufpand in een vraaggesprek met de krant, dat het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij had toegezegd jong vee van een melkras te zullen importeren. Echter was er wat vertraging opgetreden, omdat onder andere de quarantaineplek nog niet klaar was als de dieren in het begin van dit jaar zouden komen.

VSMB-leden zijn het niet eens met het standpunt van de Raad van Ministers (RvM), die gaat over de prijsbepaling van rauwe melk die de melkboeren leveren aan de Melkcentrale. Volgens de leden is de RvM te eenzijdig in de benadering van de prijsbepaling, omdat het volk te allen tijde moet beschikken over melk van goede kwaliteit tegen een betaalbare prijs. Volgens de leden is de prijs van SRD 25 niet acceptabel voor een liter rauwe melk en niet houdbaar voor de melkproductie, omdat in de afgelopen jaren de inflatie is gestegen naar ongeveer 60 procent in ons land.