De voorzitster van DA’91, Angelique del Castilho, zegt dat de investeringswet 2001 is ingesteld bij wet van 3 juni 2002. Volgens haar is evenwel het gezamenlijk besluit van de regering en het parlement hem aan te nemen tot stand gebracht, maar daarmee nog niet erg uitnodigend was, “er waren nog te veel haken en ogen aan de wet”, aldus Del Castilho. Ze meent dat de wet niet voldeed aan de vereisten van een moderne investeringswet. Er waren onduidelijkheden in de wet, zoals bijvoorbeeld heffingen bij de havens, met name bij de invoer en uitvoer van goederen en hetgeen zijn basis vindt in regelgeving en rechtspraak of het recht betrouwbaar is en gestoeld op een juridische grondslag, bestemd voor investeerders. Ook de werkgelegenheid moet vastgelegd zijn inzake de regelingen van werkenden in een bedrijf. Del Castilho maakt ook duidelijk dat bovengenoemde zaken gegarandeerd moeten kunnen worden in de wet. Ook benadrukt ze dat de investeringswet houvast moet kunnen bieden aan investeerders. ”Aan de andere kant biedt een gammele investeringswet geen voldoende dekking aan een overheid’’, aldus Del Castilho. Zij noemt het voorbeeld van ‘Oil and Gas’, waarbij de bescherming bij milieuproblemen, goed geregeld moet worden.

Alle moeilijkheden die gepaard gaan met het leefbaar houden van de leefomgeving, milieuvervuiling, uitputting van grondstoffen en klimaatverandering, zijn onderdelen van de milieuproblematiek. “Het mes snijdt aan beide kanten met betrekking tot de bestuursbevoegdheid, maar vormt ook een grondslag inzake de mogelijkheden die de wet biedt aan investeerders”, aldus Del Castilho. Op de vraag of TotalEnergeies thans een afwachtende houding aanneemt met het oog op de verkiezingen in 2025, omdat de leiding van het bedrijf vermoedelijk niet in zee wenst te gaan met bestuurders die betrokken zijn bij wat door wettelijke bepalingen als misdrijf en strafbaar worden gezien, wijst Del Castilho erop, dat Total Energies nu heeft vastgesteld, dat er daadwerkelijk een commercieel winbare hoeveelheid aardolie voor de kust is, en dat er voorbereidingen worden getroffen om de technische aanpak, die minstens vier tot vijf jaar in beslag zal nemen, te starten alvorens de eerste barrel naar boven komt. Volgens haar heeft het bedrijf al calculaties gemaakt en komt met een investering van 9 miljard US-dollar, tevens een olieprijs van 20 US-dollar per vat gericht op de winning van de olie. Ook de uitbesteding van de werkzaamheden moet plaatsvinden waardoor het proces kan beginnen.

Del Castilho merkte eveneens op dat de voorbereidingen bijvoorbeeld ook schriftelijk verstuurd hadden kunnen worden naar de partners en stakeholders van het bedrijf, in plaats van de grote publiciteit die gegeven is aan de voorbereidingen die getroffen zullen worden. Volgens haar kan, gezien alle technische werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden, de voorbereiding niet eerder dan in 2028 afgerond zijn.

Del Castilho bleef ook stilstaan bij het verkiezingsjaar 2025 en stelde dat we moeten hopen dat er een ander bestuur de leiding krijg in het land. Ze benadrukte dat noch het zittende bestuur noch de voorgaande politieke partijen of politici die eerder waren gekozen, zich waar hebben kunnen maken in het bestuur van het land.