Het wetenschappelijk bureau GeoExpro heeft recentelijk het rapport: ‘The Surinam-Guyana Basin Hotspot’ uitgebracht, waarin wordt ingegaan op de geologische vooruitzichten en de daarmee samenhangende uitdagingen in het Guyana-Suriname-bekken. Het rapport merkt op dat de hotspot, voornamelijk gecentreerd in de zuidoostelijke regio van de Stabroek-licentie en Blok 58 in Suriname, de aandacht heeft getrokken van de energie-industrie en een brandpunt is geworden voor exploratie en ontwikkeling. Maar nu er tot nu toe ruim dertig ontdekkingen zijn gedaan, rijst er een brandende vraag: wat ligt er achter de horizon van dit veelbelovende terrein?
In het rapport wordt gesteld stelt dat ExxonMobil, een prominente exploitant in de regio, zijn inzet heeft geïntensiveerd door plannen aan te kondigen voor het boren van 35 nieuwe exploratie- en evaluatieputten, een ambitieuze onderneming die het onaangeboorde potentieel onderstreept dat nog steeds lonkt onder het oppervlak van het bekken.
Volgens het rapport is een van de opmerkelijke uitbreidingen van dit bekken de noordwestelijke ontwikkeling van de Guyana hotspot, onderbroken door de Tarpon-1-put die door Exxon zal worden geboord. De eerste aanwijzingen suggereren dat de put mogelijk de Jura-syn-rift-opeenvolging of een duidelijke carbonaataccumulatie is binnengedrongen.
Het rapport merkt verder op dat in afwachting van de formele aankondiging van de resultaten, de gevolgen voor het bredere bekken diepgaand zouden kunnen zijn, met name in de in kaart gebrachte canyons die zich westwaarts uitstrekken. Die zouden soortgelijke reservoirs kunnen bevatten als de eerder gevonden reservoirs.
De zoektocht naar koolwaterstoffen ten zuiden van de bestaande reeks onthullingen, is echter niet zonder uitdagingen. Benadrukt wordt de aanzienlijke geografische hindernis die wordt gevormd door de afstand tot de primaire bronnen in het noorden, die aanleiding geeft tot bezorgdheid over het tegenkomen van zware olie en biologische afbraak. Bovendien vormen de turbidietreservoirsecties, gekenmerkt door een opwaartse ligging, complexiteiten in termen van afdichtings- en valmechanismen.
Ook de Demerara Rise wordt verder verkend. In de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben er verkenningen in deze regio plaatsvonden, doch commerciële ontdekkingen zijn tot op heden uitgebleven. Het rapport gaat ervan uit dat het brongesteente in dit gebied een oudere Jurassic-afzetting is, afkomstig van mislukte klovengrijpsystemen die het gebied doorkruisen. De aanwezigheid van olievlekken dient als een verleidelijke aanwijzing voor een actief aardoliesysteem dat potentieel biedt.
Bovendien valt tussen de talrijke bevindingen van ExxonMobil die voor opwinding hebben gezorgd, de ontdekking van de Ranger-1 op. Deze onthulling, genesteld in de noordoostelijke hoek van de Stabroek-licentie, toonde koolwaterstoffen in carbonaten uit het Onder-Krijt die bovenop een overblijfselvulkaan rustten. Een belangrijke observatie onthulde dat de vulkaan uit de Aptische periode is, waardoor de ontdekking een historische context krijgt. Aanvullende observaties van vulkanische kenmerken tijdens de Demerara Rise bieden verleidelijke perspectieven.
Volgens het rapport kan ook de betekenis van bevindingen zoals de Joe-1- en Jethro-1-putten, geboord door Tullow op de Guyana-helling, niet over het hoofd worden gezien. Hoewel deze putten binnen de Paleogene-sectie lonen, blijft hun commerciële levensvatbaarheid onzeker. Om de voetafdruk van deze bevestigde putten langs de marge te vergroten, is het van cruciaal belang om de verspreiding van bron- en reservoirgesteenten uit het Krijt te begrijpen. Het ingewikkelde samenspel van overgeërfde structurele kenmerken bepaalt de dikte van de afzetting en de verspreiding van sediment, waardoor de vorming van koolwaterstoffen wordt gestimuleerd.
Verder merkt het rapport op dat de aantrekkingskracht van het Jurassic-potentieel van het bekken aanleiding geeft tot een verbeterd seismisch 3D-onderzoek. Deze onderzoeken, die mogelijk geïntegreerd zijn in recentelijk geveilde werkprogramma’s, zouden kritische inzichten in de onbekende diepten kunnen ontsluiten.
Het rapport schetst een overtuigend beeld van het Guyana-Suriname-bekken. Dankzij de grote hoeveelheid ontdekkingen blijven de grenzen van het stroomgebied zich uitbreiden, wat zowel verleidelijke perspectieven als inherente uitdagingen biedt. De komende reis omvat het navigeren door geologische nuances, het ontcijferen van historische afdrukken en het benutten van geavanceerde technologieën om de verborgen schatten van het bekken aan het licht te brengen. Terwijl bedrijven als Exxon vooruitgang boeken met hun boor- en ontwikkelingscampagnes, zal het interessant zijn om te zien welke resultaten daaruit voortkomen en welke voordelen dit zal opleveren voor zowel Guyana als Suriname.