De regering van Guyana evalueert scherp de haalbaarheid van de oprichting van een echte diepwaterhaven. Vicepresident Bharatt Jagdeo benadrukte echter dat het succes van deze belangrijke onderneming afhangt van een strategische handelsrelatie met Brazilië.
Tijdens een recente persconferentie bevestigde Jagdeo, toen hij werd ondervraagd over de ontwikkeling van een diepwaterhaven, dat dit een onderneming is die wordt overwogen. “Eerst keken we naar Nieuw Amsterdam”, zei hij, verwijzend naar de stad aan de oostelijke oever van de rivier de Berbice. Toch merkte hij op dat er nog steeds uitdagingen bestaan, vooral als gevolg van de verzilting van de rivier en de hoge kosten die met baggeren gepaard gaan.
Deze uitdagingen zijn echter niet onoverkomelijk als ze mogelijkheden bieden voor bredere handel. “Om die haven te kunnen bouwen, heb je een aantal andere infrastructuren nodig, waaronder een verbinding met Brazilië”, legde Jagdeo uit. Het tot stand brengen van een dergelijke verbinding zou een robuuste stroom van handelsvoordelen opleveren, waardoor de investering gerechtvaardigd zou worden.
De vicepresident had eerder misvattingen aan de orde gesteld rond de Berbice Deep-Water Port die door CGX Energy wordt ontwikkeld. Hij had verklaard dat de faciliteit van CGX “nooit een diepwaterhaven” was, en benadrukte het onvermogen om grote schepen zoals de Panamax, die door het Panamakanaal kunnen varen, te huisvesten.
Jagdeo zei dat, hoewel de investering van CGX in zijn faciliteit enkele tientallen miljoenen bedraagt, een echte diepwaterhaven een investering van meer dan 1 miljard dollar met zich mee zou brengen, gezien zijn vermogen om enorme schepen te faciliteren. Hij zei dat verschillende groepen in aanmerking komen voor dit potentiële project, onder meer uit Dubai en India.