Vijf prioriteiten uitgezet voor tweede helft regeertermijn

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS),  heeft voor aanvang van de vergadering van Raad van Ministers (RvM) gisteren onthuld, dat de president voor de tweede helft van de regeertermijn, vijf prioriteiten heeft uitgezet. Het staatshoofd zal binnenkort deze prioriteiten zelf kenbaar maken.

Volgens Ramdin is de eerste prioriteit het lenigen van de onmiddellijke noden van de samenleving en het verbeteren de leefbaarheid van de burgers. De tweede prioriteit is het oplossen van het werkgelegenheidsvraagstuk, om zo het land te helpen opbouwen en het mogelijk maken dat mensen een toekomst in Suriname kunnen hebben. Ook het grondenvraagstuk zal aangepakt worden. Ramdin zei dat Suriname  op het macro-economische vlak het redelijk goed doet en de goede richting opgaat, maar daarvoor koop je niks in termen van de bevolking, maar het is natuurlijk noodzakelijk zaken op orde te stellen, dat zal zich verder vertalen.

Het aspect van winstgevendheid en productief vermogen  van het bedrijfsleven, moet verbeterd worden. “Het bedrijfsleven met ook een beetje agressiever en actiever worden om te willen investeren, en de regering zal indien nodig, zeker ook haar steun moeten geven. Ons economisch systeem zal niet verbeterd worden door leningen te nemen of door schenkingen die best een handje kunnen bijdragen, maar uiteindelijk komt er economisch alleen een oplossing  als wij een sterke economisch productiesysteem hebben met export, zodat de regering voldoende middelen heeft om alle kosten die een samenleving moet maken, te kunnen betalen”, aldus Ramdin. Het productief vermogen moet op een gegeven moment een eigen inkomen van de staat Suriname  helpen verhogen, wat betekent dat er meer belastinggelden nodig zijn voor sociale voorzieningen zoals openbaar transport voor onderwijs, maar als de inkomsten er niet zijn, is het niet mogelijk deze problemen aan te pakken en ordenen.  Ramdin benadrukte dat lenen naar zijn mening geen optie is, want als je het geleende geld niet opnieuw kan verdienen, wordt het moeilijk terug te betalen en dat heeft totaal geen zin. “Wij moeten met ons allen nadenken, hoe wij deze economie in Suriname gaan helpen opbouwen, omdat het een ieders verantwoordelijkheid is, waar wij over een paar jaar zijn met Suriname en welke ontwikkelingen er zijn ontstaan”, aldus Ramdin.

More
articles