Gaming Board geeft presentatie aan president en ministers

Het Toezicht en Controle Instituut voor Kansspelen (de Gaming Board) heeft op donderdag 10 augustus een presentatie gehouden over de werkprocessen en verrichte werkzaamheden binnen het instituut. De data zijn gepresenteerd in aanwezigheid van president Chandrikapersad Santokhi, de ministers Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, Kenneth Amoksi van Justitie en Politie en Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.

Directeur Addis Peneux-Waterberg van de Gaming Board legt uit dat de presentatie betrekking had op de huidige invulling van het instituut. Het gaat onder andere om de rol die de Gamingboard vervult door rapportages te leiden naar de ministers en de president als uiteindelijke bevoegde orgaan. “Het instituut heeft vele taken en heeft veelal een adviserende taak vooral wanneer het neerkomt op de licentie verlening, licentie intrekking en schorsingen”, stelt de directeur. Het Toezicht en Controle Instituut voor Kansspelen is op grond van de wet Toezicht en Controle Kansspelen (Wet Tcik) aangewezen als toezichthouder van alle kansspelen in Suriname. Op grond van artikel 3 lid 1b, Wet Tcik, is het instituut belast met het houden van toezicht en controle op de naleving van de vergunningsvoorwaarden ingevolge de loterijwet 1939. De president van de Republiek Suriname heeft hierin een licentie verlenende taak, en is de instantie die vergunning verleent en vergunningen kan intrekken. Het staatshoofd is momenteel een bezwaarinstantie. Als men het niet eens is met het besluit genomen voor bijvoorbeeld een intrekking van een vergunning, dan kan men bezwaar maken bij de president. Er zijn wetswijzigingen ontwikkeld die al bij het parlement liggen. Volgens directeur Waterberg zal er met de huidige wet een nieuw Raad van Toezicht worden aangesteld. Via deze raad zal er gerapporteerd worden aan de ministers van Financiën en Planning, Justitie en Politie en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische innovatie (EZ). “Dat is eigenlijk onze enige wijziging. We zijn als instituut altijd een paar stappen voor geweest, omdat good governance bij ons prioriteit geniet”, aldus Waterberg. Zij geeft verder aan dat werkprocessen, gedragscode voor directie en personeel goed zijn beschreven. Zo ook de strategische beleidsplannen en jaarverslagen die conform de wet tijdig zijn ingediend. “Dus qua werkprocessen zal er niet veel gewijzigd worden”, verduidelijkt zij. Wat het aantal gokhuizen in het land betreft, zijn er volgens Waterberg geen recommandaties van de Financial Action Task Force of de van het Mutual Evaluation Report van Suriname. Het instituut moet wel in staat zijn om het aantal gokhuizen in het land te controleren, en toezicht te houden. “Dus als blijkt dat er een hoog aantal is en er geen controle mogelijk is op zo’n groot aantal, dan zal er daarover gediscussieerd moeten worden.”

More
articles