Diana Pokie, gewezen minister van Ruimtelijke Ordening en Milieu, zegt dat veel politieke gezagdragers een positie hebben gekregen in het traditioneel bestuur. Volgens haar gaat het zelfs zover, dat een waterkraan in het dorp een politieke kleur krijgt, ‘’maar het water uit de kraan behoort niet toe aan een toevallige politieke partij’’, zegt Pokie.
Ze meent dat in het bijzonder drinkwater een primaire behoefte is en dus belangrijk voor iedereen. Hoewel vroeger de binnenlandbewoners te kampen hadden met een achterstelling in ontwikkeling van de gebieden. ‘’Het centrale bestuur in Paramaribo had toentertijd alles te zeggen. Echter niet zoals de politiek nu, alle bevoegdheden van het openbaar bestuur, aan betekenis en waarde doet inboeten’’, aldus Pokie.
Volgens haar was er vroeger in de relatie tussen de binnenlandse gezagdragers en het centrale bestuur respect en vertrouwen, er was een goede verstandhouding tussen de beide organen. Pokie wijst erop, dat nu door de duurzame ontwikkeling, juist de politiek zich is gaan bemoeien met algemene regels en die door politieke gezagdragers, te laten uitvoeren. “Vandaar dat het ook voorkomt dat een nieuwe, nog niet bestaande bevoegdheid wordt gecreëerd en toebedeeld aan een politieke gezagdrager’’, aldus Pokie.
“Vaak genoeg weet je niet of de gezagdrager wel of niet verbonden is aan een of andere politieke partij”, aldus Pokie. Ze wijst erop dat nu rovers basja’s worden, personen met een strafblad worden, door de politiek op posities als die van kapitein geplaatst. Een al bestaande bevoegdheid wordt door de politiek, overgedragen aan een of andere partijgezinde. ‘’Echter mag dat alleen als daarvoor een wettelijke grondslag bestaat, meent Pokie.
“Vandaar dat basja’s en kapiteins die benoemd worden, een hele familiekring meenemen. Het traditioneel gezag is helemaal verwaterd”, zegt de politica.
Ook stelt ze dat binnenlandbewoners zijn gaan beseffen, dat de politiek zich is gaan bemoeien met alles. Ze noemt bijvoorbeeld ondernemers die zich aansluiten bij politieke partijen om hun voordeel te doen, maar ook de vrees dat de rancune verschrikkelijk is. Volgens Pokie een duidelijk gegeven, dat de politiek de samenleving heeft verziekt. Ze begrijpt dan ook, waarom velen in de binnenlandse leefgemeenschappen zich gaan bemoeien met de politiek. Volgens haar ontregelt de politiek veel in het binnenland. Pokie zegt dat in haar jeugdjaren ze de politiek niet zo kende, maar wat ze nu merkt, is dat bijvoorbeeld de topfuncties gaan naar politieke vriendjes (‘friends and family’) in plaats van naar iemand die het verdient. Ze geeft het voorbeeld van ouders die hard werken voor kinderen die op het punt staan een belangrijke studie af te ronden, om zo een passende functie te gaan bekleden in de samenleving. Echter gaat die droom in rook op, omdat de politiek anders heeft beslist.