Gedurende de paneldiscussie bij het Tussentijds VES Debat was er meer sprake van kritiek over het door de overheid gevoerde beleid. Ook uit het publiek kwamen er maar weinig vragen aan de leden van het panel: Armand Zunder van RAVAKSUR, Wonny Boedhoe van de VES en ASFA Alliantie-voorziter Wilgo Bilkerdijk.

In de eerste ronde, waar het panel direct na het openingswoord van financiënminister Stanley Raghoebarsing het woord kreeg van de discussieleider Dirk Currie, ging de voorzitter van Ravaksur in op het belang van de werkgelegenheid voor de economie in ons land. Hij meende dat de werkgelegenheid in formele zin bekeken kon worden, maar volgens hem ook de informele sector aandacht nodig heeft. Zunder vond dat de werkgelegenheid praktisch is ingesteld op de economie, maar momenteel behoorlijk problematisch is. Hij noemde “decent work” dat wil zeggen fatsoenlijk werk, waarmee bedoeld wordt dat “de fundamentele rechten van de mens en de rechten van werknemers op het gebied van arbeidsomstandigheden en veiligheid worden gerespecteerd. “Het gaat om kansen op werk, dat productief is en een redelijk inkomen oplevert”, aldus Zunder.

Volgens hem heeft het voorgaande te maken met twee economische variabelen, onder meer de inflatie die 50 tot 60 procent van invloed is op de situatie en hij wees erop, dat de inflatie moet teruglopen tot 10 procent, tevens de te hoge wisselkoers en de onzekerheid over de stabiliteit van de koers.

Zunder is van mening dat deze zaken moeten worden aangepakt en hij onderstreept dat de uitdaging van de Surinaamse economie te maken heeft met het toevoegen van waarde, in de mate waarin de productie moet worden ingericht om te komen tot de doelen van het beleid.

Hij benadrukte dat de toevoeging van waarde zeker ook gericht moet zijn op de olie en gassector. Hij zei dat vanuit het historische oogpunt het toevoegen van werkelijke waarde aan die grondstof van belang is, ”want anders zouden we in dezelfde positie kunnen belanden als de agrarische sector, vanuit de koloniale tijd naar het bauxiet voorkomen, echter hebben we nu door de goud toename ruimte om werkgelegenheid te creëren”, aldus Zunder.

Wonny Boedhoe ging op haar eigen manier in op de zes thema’s die behandeld werden door de minister van Financiën en Planning Raghoebarsing, te weten de samenwerking met het bedrijfsleven, de rijstsector, de houtsector, herschikkingen van schulden, sociaal beleid, de koersstabiliteit, het vertrouwen uitgesproken door onder andere het Internationaal Monetaire Fonds, de BTW en de hervormingen, zoals bij de belastingen.

Volgens Boedhoe allemaal stokpaardjes, die door voorgaande regeringen ook al waren gehanteerd. Ze noemde de pakketten uitgereikt door de regering ‘’seizoenhoudertjes’’, zoethouders, maar dat sprak Raghoebarsing tegen. HIj was van mening dat sommige gezinnen veel meer hadden aan de pakketten dan rijstwafels uit   Maleisië en de Filipijnen. Hij sprak de hoop uit dat er een samenwerking met het bedrijfsleven komt om de rijstwafels hier te maken in plaats van ze te importeren.

Boedhoe zei dat het een fabel, is als de regering denkt dat de wisselkoers zal dalen. Volgens Boedhoe is het een schijn wisselkoersstabiliteit en “als de “fiscale kraan” open blijft is de koersstabiliteit onmogelijk”, aldus Boedhoe. Ze meende dat de regering het volk lui maakt met de uitkeringen van SRD 1800, SRD 2500, en voegde eraan toe dat gezinnen ook euro’s krijgen uit het buitenland, en ze met gemak met de SRD 14000 en SRD 22000 de maand kunnen door komen.

Wilgo Bilkerdijk, voorzitter van de ASFA Alliantie, bestaande uit de Shata, (Suriname Hospitality and Tourism Association), Atmos, VCBS (pluimvee) VMSB (melkboeren) de houtsector en de Vereniging van Exporteurs. Volgens hem zouden de werkers ook in aanmerking kunnen komen voor een steun, omdat de minister heeft toegegeven dat de particuliere sector goed meewerkt aan hervormingen van de staat. Bilkerdijk stelde niet voldoende te hebben gehoord over de hervorming van de transportsector. Hij vroeg zich ook af, hoe de geopolitieke leiders op de “stoel komen te zitten”, vandaar dat Bilkerdijk de aanwezige politieke vertegenwoordigers had gevraagd goed mee te luisteren, waarschijnlijk moeten ze daaruit begrijpen wat het geografisch milieu op het politieke klimaat en de verhoudingen van de landen in de regio betekent.

Belangrijke factoren bij geopolitiek zijn de bodemgesteldheden, de bevolkingsdichtheid, de ligging, de aanwezigheid van natuurlijke grenzen en de verbindingen met andere staten.

Bilkerdijk noemde ook het sociaal programma en wees met name op de arbeiders van de private sector en bonafide particuliere reform sector die betrokken zouden kunnen worden in de public reform sector van de overheid. Bilkerdijk zei dat vanwege de politiek, er nu sterk wordt aangedrongen op een hervorming van de overheidssector met de bedoeling de efficiëntie en doelmatigheid te verhogen. Volgens hem zou bij de steunverlening onvoldoende uitgegaan zijn van de noodzaak om de interactie tussen sleutelgebieden als overheidshervormingen, ontwikkeling van de private sector en corruptiebestrijding, aan te pakken.