Gisteren liet VES-voorzitter Steven Debipersad bij het tussentijdse debat van de Vereniging van Economisten, in zijn openingswoord de conclusie inzake de crisis in ons land, over aan het publiek. Financiënminister Stanley Raghoebarsing participeerde in het debat met zowel het panel als het goed opgekomen publiek in de conferentiezaal van Assuria High Rise.
In zijn spreekbeurt was zijn vertrekpunt het jaar 2020 en vroeg hij zich af, wat we als land hebben bereikt en geleerd hebben en waarop de meeste aandacht tot nu toe gericht is. Hij sprak over de rijkdom van onze natuurlijke hulpbronnen en ook over de kracht van het beleid, om in belangrijke mate de crisis van 2020 met name de betrokkenheid van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), te rehabiliteren.
Raghoebarsing sprak lovende woorden aan het adres van de govenor van CBvS, Maurice Roemer, die in staat is geweest om de verantwoordelijkheid van de Centrale Bank te verdelen in plaats van slechts alleen het voor het zeggen te hebben in de besluitvorming van het monitair en financieel beleid, dat sturing moet geven aan de monetaire vraagstukken in het bankwezen. Tevens merkte Raghoebarsing op dat in de crisis van 2020, de rechterlijke macht veel aanvallen heeft moeten doorstaan. Volgens Raghoebarsing is 38 procent van het herstelplan voltooid, 43 procent momenteel in uitvoering en 8 procent moet nog komen.
De financiënminister wees erop, dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) slechts een deel van het financieel programma uitvoert, maar dat het plan breder en completer moet zijn. Volgens hem doet het IMF het herstellen van de macro-economische stabiliteit. Vandaar dat hij de economische en financiële gebeurtenissen bijvoegt als zijnde een langzaam maar zeker proces, dat gaat in de richting van stabiliteit. Raghoebarsing ging ook in op de hervormingen binnen het financiële gebeuren en gaf aan, dat 90 procent van de netto-inkomsten binnenkomt, waaronder de btw – de grote ondersteuning van het bedrijfsleven – en hij noemde de bijdrage van de visserij goed. Volgens de bewindsman is het beleid ook bezig met de houtsector. Hij prefereerde de carbon credits eerder dan de houtkap en is van mening, dat het bos veel meer zou kunnen opleveren zonder het risico dat na enige tijd er sprake zou zijn van een kaalgekapt bos.
Daarenboven wees hij erop dat als we het bos laten staan voor het bedrag van 100 miljoen dollar jaarlijks, het een beter inkomen kan zijn.
Raghoebarsing juichte het aannemen van de Personeelswet toe. Op de vraag vanwege het publiek wat het daadwerkelijke aantal ambtenaren is, kon de bewindsman niet de juiste cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken geven.
Volgens Raghoebarsing zal de verandering door de wetgeving in de processen en procedures in de ambtenarij duidelijk te merken zijn. Intussen is er een ambtenarenstop.
Met betrekking tot de uitbetalingen van salarissen, noemde Raghoebarsing het bedrag van SRD 650 miljoen en stelde dat zelfs dit bedrag geflatteerd is, omdat als de sociale uitkeringen erbij opgeteld worden, dat het daadwerkelijk een bedrag zou moeten zijn van SRD 850 miljoen. Raghoebarsing gaf het voorbeeld van Japan, een land dat geen grondstoffen bezit gas of olie, maar door goed bestuur, discipline en arbeid en door visie, zich binnen twee generaties heeft ontwikkeld tot een van de rijkste landen van de wereld.