Minister Rishma Kuldipsingh van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie, zegt dat er geen scheefgroei mag ontstaan bij de salarissen van regeringsleden. De regering heeft onlangs besloten om onder meer aan de president, de vicepresident en ministers, een koopkrachtversterking van 50 procent toe te kennen, bovenop de maandelijkse bezoldiging. Deze verhoging geldt al voor ministers tot zes maanden na het aanvaarden van hun ambt, terwijl die van de president en de vicepresident voor een jaar geldig is. Ook aan rechters zullen forse verhogingen toegekend worden. De toelagen van departementsdirecteuren, onderdirecteuren en staatsraadsleden, worden eveneens verhoogd.

‘’Ook ministers verdienen’’, stelt Kuldipsingh. ‘’Het is een besluit van de regering geweest. Ik zou het niet als koopkrachtversterking zien, maar de ministers hebben in de periode waar iedereen een verhoging heeft gehad, niets gehad. Terecht of onterecht, wij als ministers hebben ook heel wat uitgaven en als iedereen heeft gehad en de ministers niet hebben gehad, is er een scheefgroei gekomen‘’, benadrukt Kuldipsingh.

De minister zegt dat in regeringsverband is besloten dat ministers 50 procent koopkrachtversterking zullen ontvangen. ‘’Ik weet niet of het nu het juiste moment is dat de verhoging wordt doorgevoerd, maar meningen en kritiek hierover laat ik in het midden’’, aldus Kuldipsingh. Zij heeft gehoord dat de vakbonden het hier niet mee eens zijn. ‘’Maar ik zal hier geen aandacht aan besteden, omdat ik niet in het clusterteam zit dat zich buigt over deze kwestie’’, aldus Kuldipsingh.

Het uiteindelijke besluit van de regering moet volgens haar nog komen. Kuldipsingh legt uit dat de bezoldiging van ministers vanaf 2018 ten opzichte van 2023 voor zich spreekt. ‘’Er zijn bijvoorbeeld gevallen waarbij bepaalde ambtenaren op mijn departement zelfs meer verdienen dan de minister, vooral als deze ambtenaren in verschillende commissies zitten.’’