Vorige week sprak Albert Ramdin minister van Buitenlandse Zaken, op een persconferentie over het fundament voor herstel, dat een moeilijk proces is in de samenleving. Ook meende hij dat de tranches van het IMF-programma niet zaligmakend zijn, en wees er ook op dat bij de aanvang van de regeerperiode er vier trajecten moesten worden gerealiseerd.

Ramdin maakte duidelijk, dat van de vier trajecten die aandacht behoefden, het eerste traject de nationale financiële huishouding, salarissen, allerlei toelagen, uitkeringen “de regering zelf moest betalen uit haar belastingopbrengsten”, aldus de minister.

Het tweede traject betrof volgens hem, de verdiencapaciteit die omlaag was gegaan, en de hervorming van de economie, die in financieel economisch opzicht moest worden verhoogd hetgeen, een moeilijk proces is. Met betrekking tot het derde traject zei Ramdin dat er vooruitgang te merken is voor wat betreft de schuldaflossing van China. Volgens de bewindsman betreft het laatste en vierde traject het moeilijkste, omdat het gaat om de gekoesterde verwachtingen van de bevolking. Hij noemde de leenbaarheid, inhoud geven aan zaken zoals te zorgen voor de energievoorziening in het binnenland, waarvoor geld nodig is om dat te realiseren. Voorts wijst de minister op de opgebrachte voorwaarden van de lening en het managen van de middelen.

Hij is overtuigd dat de regering de focus zal moeten richten op schuldontwikkeling, dus lenen, om daarna geld mee te verdienen”, aldus Ramdin. Hij voegt eraan toe dat daarvoor de 10 miljoen lening nodig is geweest.