In het algemeen hebben politieke partijen zeer nuttige maatschappelijke functies. Zij spelen een belangrijke rol bij het recruteren, selecteren en scholen van kandidaten voor het vervullen van politieke en bestuurlijke functies. Hierin schuilt de ratio dat in sommige landen politieke partijen van overheidswege een bepaald bedrag ontvangen opdat zij hun maatschappelijke taken zo goed mogelijk vervullen.
Echter, deze door de overheid ter beschikking gestelde gelden mogen alleen besteed worden aan scholing, vorming en de wetenschappelijke bureaus van de partijen, dus niet aan verkiezingscampagnes en propaganda. In sommige landen, bijvoorbeeld, India, krijgen politieke partijen met zetels in de volksvertegenwoordiging van de overheid ook een stuk grond voor hun partijcentrum waarvan de grootte afhankelijk is van het aantal verworven zetels.
Het idee dat alle politieke partijen tot doel hebben ontwikkeling en vooruitgang te brengen in het land gaat niet altijd op. Door de geschiedenis heen is in vele landen de politiek gekenmerkt door intolerantie en gebrek aan respect voor elkaar, voor de democratie en in de final analysis voor het volk. De regerende coalities zien zelden de noodzaak om met de oppositie of andersdenkenden in zee te gaan. Aan de andere kant proberen oppositieleden de aan de macht zijnde regering te destabiliseren en ten val te brengen. Men ziet elkaar meer als vijanden dan als opponenten in de politieke arena. De vijand moet worden overwonnen en politiek, soms ook maatschappelijk, worden ge- elimineerd of vernietigd.
Politieke huwelijken
In Suriname slaagt sinds lange tijd geen enkele partij erin om een zodanige meerderheid te verkrijgen om alleen een regering te kunnen vormen. Gedwongen door deze realiteit moeten politici samenwerken om wat men noemt een coalitieregering te vormen. Soms bestaat zo’n coalitieregering uit partijen van min of meer dezelfde pluimage, maar soms ook uit partijen met uiteenlopende visies en oriëntaties. Voor goede en ervaren politici is een belangrijk uitgangspunt bij coalitievormingen de wijsheid, dat politieke vrienden niet altijd bondgenoten zijn of blijken te zijn en dat opponenten niet altijd vijanden.
Wanneer een coalitieregering hoofdzakelijk uit is op behoud van macht en posities, wanneer men voornamelijk in het machtscentrum wil blijven om anderen buiten te houden, ontstaat op alle fronten, dat wil zeggen, zowel op de linker- en rechtervleugel als wel in het centrum alle ruimte voor chantage.
Wanneer een coaltieregering het algemeen belang voorop stelt en vastberaden is een beleid uit te voeren dat net als een rijzend getij alle boten en korjalen omhoog tilt, is er geen ruimte voor chantage. Zodra die de kop opsteekt wordt het regeermandaat terruggegeven aan het volk of er komt of een nieuwe regering of er worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven.
Conflicten regering – oppositie
In Suriname zijn er enkele momenten van zeldzame samenwerking tussen coalitie en oppositie geweest, zoals bijvoorbeeld bij de consensus inzake de onafhankelijkheid in 1975, de acceptatie van de staatsgreep van 1980 en 1990. Maar voor de rest is er meer sprake van conflicten tussen coalitie en oppositie.
Het zijn deze schier eindeloze klein lijkende politieke vetes die ruimte bieden voor de manipulatie van de politiek zoals afsplitsingen en overlopen. Van belang is te constateren dat het ontbreken van een stabiele omgeving een enorme hindernis is voor het oplossen van de vele problemen in het land. De economische problemen van Suriname zijn hier in niet geringe mate een gevolg van.
Tegelijkertijd met de politieke conflicten zet een afbrokkeling van staatsinstellingen zich voort en vindt een bijna volledige politisering van het gehele staatsapparaat plaats, waardoor het friends and family beleid stevig voet aan de grond krijgt en persoonlijke belangen boven het algemeen belang worden gesteld.
De partijen die in 2020 aan de macht kwamen met hun zogenaamde wo setin slogan hebben de kans gemist om de macht en verhoudingen tussen de staatsinstellingen opnieuw in evenwicht te brengen en te herstellen. Hoewel waarneembaar is dat de burgerij sneller bereikbaar is en meer informatie voorhanden heeft dankzij de verspreiding van de technologie, i.e. de social media, heeft dit noch in politieke, noch in economische zin een breuk veroorzaakt in de oude methoden van politiekvoering. In plaats dat er een nieuwe politieke wind ging waaien of een nieuwe vorm van politiek opkwam, bleef het grotendeels in de oude, traditionele en vaak verderfelijke vorm bestaan.
Regeringen, ook wanneer ze door verschillende politieke partijen werden gevormd, hebben allen een vergelijkbare politieke en economische houding aangenomen, dat wil zeggen, geen hervormingen, geen bezuinigingen en geen besparingen en geen efficiëntere belastinginning.
Zij nemen allemaal hun toevlucht tot meer of minder buitensporige leningen en creëren de gewoonte van afhankelijkheid van “hulp van buiten”. De beschikbaarheid van externe middelen stelt de heersende elites in staat om de structurele problemen van de economie te verdoezelen. Opéénvolgende regeringen lenen zwaar, hoofdzakelijk om consumptie te financieren en zelf aan de macht te blijven. Tijdens dit leenproces bouwt het land onhoudbare schulden op. Hierdoor wordt het land van de ene financiële crisis in de andere geslingerd. De teleurstellende economische staat waarin Suriname thans verkeert illustreert dit.
In de afgelopen jaren heeft de Surinaamse politieke elite of “privilegentsia” geen maatregelen willen nemen die haar politieke positie zouden uithollen of haar privé belangen zouden ondermijnen. De verovering van de macht ging hand in hand met de verovering van de staatsmiddelen die ten eigen bate worden aangewend voor propaganda waar zij het hardst in geloven. Niets is triester dan regeringen die hun eigen propaganda geloven en zichzelf complimenteren! In 2000, ter gelegenheid van 25 jaar Srefidensi, gaf Henck Arron in het Nederlandse radioprogramma “De Ochtenden” toe dat “geen enkele Surinaamse regering sinds de onafhankelijkheid een voldoende had gehaald”.
Arm Suriname, arme Surinamers. Anno 2023 kan op de conclusie van Henck Arron niets worden afgedongen. Nog steeds is er geen tot weinig sprake van enige ontwikkeling en vooruitgang ten bate van het Surinaamse volk. In de huidige versjacherde democratie heeft het Surinaamse volk geen geloof en vetrouwen in de huidige politieke leiders met hun hoogdravende retoriek waarmee zij hun falen verdoezelen.
Profiel nieuwe president
Op de kiezers die in Suriname in 2025 naar de stembus gaan, moet een klemmend beroep worden gedaan de leiders die het land tot nog toe heeft gehad af te wijzen en te kiezen voor nieuwe leiders die in het bezit zijn van de volgende eigenschappen en het besef:
1.Dat het presidentschap een functie is met een roeping die uitstijgt boven persoonlijke dromen en ambities;
2.Dat het presidentschap inzichten en ideëen vereist die groter zijn dan de omvang van persoonlijke ego’s en enge partijbelangen;
3.Dat het presidentschap niet automatisch voortvloeit uit het feit dat men de meeste zetels heeft behaald of bij de bevolking vrees oproept voor anderen of het onbekende;
4.Dat Surinamers geen president zullen appreciëren, die de stoel vijf jaar lang bezet en die de positie ziet als een prijs die hem toekomt;
5.Dat Surinamers een president willen, die de belangen van het land voorop stelt, die de aspiraties van het volk belichaamt, die motiveert en inspireert en de juiste personen op de juiste plaatsen benoemt;
6.Dat Suriname behoefte heeft aan een president die dwars door partijlijnen heen, in een geest van saamhorigheid alle hulp en inzet gebruikt in het belang van het land.
7.Dat, als wij het verleden in herinnering roepen en de geesten van voorbije tijden laten oprijzen, dat wij dat doen, opdat wij de lessen hebben geleerd van gemaakte fouten en het lijden dat ermee gepaard is gegaan;
8.Dat wij in de context van de huidige tijdgeest van armoede en uitzichtloosheid, een president nodig hebben die de juiste inzichten heeft om de verdere verarming van Surinamers tegen te gaan;
9.Dat het besef er moet zijn dat de uitbanning van armoede niet alleen inhoudt dat gezinnen driemaal daags te eten hebben, maar dat het ook gaat om toegankelijkheid tot gezondheidszorg, tot onderwijs, tot mogelijkheden voor het verdienen van een goed inkomen, tot handhaving van wet en recht en tot bestrijding van corruptie;
10.Dat een beleving wordt nagestreefd van een werkelijke democratie en niet één, die Fareed Zakaria typeert als “een onvrije en onrechtvaardige democratie, waar om de vijf jaar verkiezingen worden gehouden enkel en alleen om de politieke elite te legitimeren”. 11.Dat de president in elke Surinaamse schoen moet kunnen staan, ongeacht in welke etnische of culturele wieg hij/zij het levenslicht heeft aanschouwd.