Historische binnenstad zal problematisch blijven ondanks goede resultaten

Directeur Stephen Fokké van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SEGS), zegt dat door een specifiek en integraal beleid te ontwikkelen, gericht op de voorspoed, bescherming en instandhouding van onze oude binnenstad, we haar beter zouden kunnen beschermen. Volgens hem zijn zaken nog altijd fragmentarisch en vinden op ad-hocbasis plaats, en het schort daarbij aan bewustwording inzake het behoud van ons erfgoed. Financiënminister Stanley Ragoebarsingh zei zondag in het actualiteitenprogramma Welingelichte Kringen van Radio ABC, dat hij zich droevig voelde en schaamde voor de ontvreemde koperen beplating van het dak van de koepel op het Torengebouw van Financiën. Vandaar dat de bewindsman gevraagd heeft aan zijn collega van Openbare Werken, het gebouw, dat deeluitmaakt van de historische binnenstad, hermetisch af te sluiten. Het Torengebouw staat sinds 2002 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.  Het Korps Brandweer Suriname, vertegenwoordigd door het hoofd PR & Communicatie Ulrich Coats, meent dat binnenkort informatie verzameld moet worden inzake de brandveiligheid in de binnenstad, om zo een advies over de problemen die zich voordoen, uit te brengen. Volgens Coats moet met SEGS onderzocht worden of nauwkeurig nagemaakte historische gebouwen meer  gebouwd kunnen worden. Ook benadrukte hij dat niet alleen wet- en regelgeving nodig zijn, maar vooral de controle op burgers en bedrijven dat die zich aan de regels houden en ingrijpen bij overtredingen.

Tevens is ook van belang dat niet alleen de politie aan handhaving doet, maar ook allerlei andere personen en instanties die namens de overheid taken mogen uitvoeren zoals in woongemeenschappen, districten en buurten. Echter zegt Fokké dat geconstateerd is dat bedrijven wegtrekken uit de binnenstad, het zwerversprobleem toeneemt, en dat het maar niet opgelost schijnt te kunnen worden.  “We kunnen doorgaan met de problemen in onze binnenstad. Maar zolang er niet een gericht integraal beleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd, zal het problematisch blijven in onze binnenstad, ondanks enkele positieve resultaten die ook best genoemd mogen worden”, aldus Fokké. De SEGS-directeur gaat ook in op het algemeen beeld van onze erfgoedsites, waarbij naar voren komt dat het Centraal Suriname Natuurreservaat (CSNR) en de historische binnenstad van Paramaribo, respectievelijk in 2000 en 2002 geplaatst zijn op UNESCO’s Werelderfgoedlijst. Voorts heeft Suriname tot nu toe twee UNESCO Werelderfgoedsites. Fokké zegt dat als de vooruitzichten gunstig zijn, dan zal Suriname in september 2023 een derde werelderfgoedsite erbij krijgen, namelijk de Jodensavanne Archaeological Site, bestaande uit de voormalige 17e eeuwse Joodse nederzetting Jodensavanne en de oude Joodse begraafplaats, nabij de monding van de Cassipora-kreek. Hij deelde mede dat in september het Werelderfgoed Comité vergadert in Saudi Arabiȅ, waarbij weer nieuwe werelderfgoedsites zullen worden toegevoegd aan de prestigieuze Werelderfgoedlijst of bestaande werelderfgoedsites op de ‘List of World Heritage in Danger’. Ze zullen worden geplaatst of juist afgevoerd van de Werelderfgoedlijst, wanneer blijkt dat de ‘Outstanding Universal Value (OUV)’ van deze sites bedreigd wordt of is. “Deze besluiten worden genomen door het Werelderfgoed Comité”, aldus Fokké.

Hij kan weinig zeggen over het CSNR, “omdat ik geen sitemanager ben van die site, maar van de historische binnenstad van Paramaribo”. Fokké refereert aan de vraag over het CSNR, naar de dienst ‘s Land Bosbeheer/Natuurbeheer van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer. Hij meent dat het CNSR sedert de inscriptie in 2000, geen rapportage over de conserveringstoestand heeft gepleegd en de bescherming ervan nog niet helemaal goed is geregeld. Echter is wat Paramaribo betreft, er vanaf 2015 elke twee jaar gerapporteerd aan de UNESCO (2015, 2017, 2019 en 2022). “In september dit jaar wordt wederom een besluit genomen over Paramaribo op basis van de ingediende rapportage van 2022 en de status van de uitvoering van de door de UNESCO gedane aanbevelingen’’, aldus Fokké.

More
articles