Surinamers worstelen met torenhoge inflatie en nepotisme

Hoge inflatie houdt Suriname in zijn greep. De kloof tussen arm en rijk groeit en de regering van Chandrikapersad Santokhi, heeft te lang gewacht met ingrijpen. Komt het nog goed met het land dat in 2025 vijftig jaar onafhankelijk is? ‘Suriname is moreel failliet. Je ziet de spanning groeien.’

Het gezicht van de bewaker voor de ingang van de McDonald’s in Paramaribo, glimt van het zweet als hij bij de klant om een koel drankje bedelt. Het is 30 graden, klam, en Jeffrey heeft enorme dorst. Wat er daar binnen — waar de airco op volle toeren draait — wordt verkocht, kan de vijftiger zich niet veroorloven. Jeffrey verdient 30 Surinaamse dollar (SRD) per uur, omgerekend drie kwartjes. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is het nergens een vetpot, maar zeker dit jaar in Suriname niet. Per maand heeft de vermoeid ogende weduwnaar 7200 SRD te besteden – omgerekend euro 180. Daarvan moet hij huur, vaste lasten, eten en kleding betalen. Een eenvoudig broodje zonder beleg kost al 5 SRD. Voor een quarter pounder in de McDonald’s, zou hij zes uur moeten werken. De grote hamburger met plakjes kaas kost 175 SRD, meer dan 4 euro. Dat is voor een groeiende groep Surinamers onbetaalbaar.

De prijzen in het Zuid-Amerikaanse land stegen de laatste jaren fors, maar de lonen groeiden niet mee. De inflatie is hoog en hardnekkig. De cijfers die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) verzamelde, liegen er niet om: in 2021 stegen de prijzen met 59 procent, in 2022 met 52 procent. De voorspelling van het muntfonds voor dit jaar komt uit op 43%. De economie is nog altijd kleiner dan voor corona. Veel Surinamers hebben twee banen om het hoofd boven water te houden, maar niet iedereen heeft daar de energie voor. Jeffrey maakt vier dagen van twaalf uur. Daarna is hij twee dagen vrij. Een tweede baan? ‘’Ben ik te moe voor.’’

Groeiende kloof

Dat het niet goed gaat met Suriname, is overal op straat te zien. Het land, dat in 2025 een halve eeuw onafhankelijk is van Nederland, ligt er slordig bij. Veel houten gebouwen in de historische binnenstad van Paramaribo zijn slecht onderhouden. In de wegen zitten gaten, in het centrum liggen zwervers op straat.

‘’Vóór de huidige inflatiegolf leefde al meer dan 17 procent van de mensen onder de armoedegrens’’, vertelt Steven Debipersad op het overdekte terras bij het Torarica Resort, terwijl er een tropisch onweer losbarst. ‘’De armoede is de laatste jaren schrijnender geworden’’, zegt de voorzitter van de Surinaamse economenvereniging VES. Ook de middenklasse heeft het nu zwaar. Zo groeit, voor iedereen zichtbaar, de kloof in het land, tussen hen die hun Surinaamse dollars — die steeds minder waard worden — twee keer moeten omdraaien voor ze ze uitgeven, en de rijken die een zorgeloos leven leiden in de betere wijken met namen als Mon Plaisir. Rijke Surinamers betalen naar verhouding weinig belasting. Corruptie is een plaag, illegale activiteiten — of het nou gaat om de export van goud of drugs — zijn een probleem. Het is volgens Debipersad een recept voor maatschappelijke onrust. ‘’Suriname is moreel failliet. De bevolking is labiel. Je ziet de spanning groeien. Dat kan escaleren, zoals we op 17 februari al zagen.’’

Wereldnieuws

De onvrede leidde die dag tot een enorme uitbarsting van geweld. Boosheid over het afschaffen van de peperdure subsidies op brandstof — een eis van het IMF om Suriname te helpen financieel orde op zaken te stellen — wakkerde de woede verder aan. De aanvankelijk vreedzame demonstratie van duizenden Surinamers tegen het beleid van de in 2020 aangetreden president Chan Santokhi van de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) liep volledig uit de hand. Relschoppers belaagden het parlement, plunderden winkels, gooiden ruiten in en stichtten brandjes. Suriname was even wereldnieuws, maar reclame voor het land was dat niet. Er werd een link gelegd met de bestorming van het Amerikaanse Capitool in 2021 en die van het Braziliaanse parlement in januari

De organisator van de demonstratie luistert naar de naam Stephano Biervliet, maar in Paramaribo en omstreken is hij beter bekend als Pakittow. Hij staat op 20 juni voor de rechter. Op de lijst met beschuldigingen staan opruiing, poging tot doodslag en zware mishandeling. ‘’U vergeet brandstichting’’, zegt hij op licht spottende toon in een café op een paar honderd meter van de plaats delict. Biervliets versie van de feiten: hij is onschuldig, bewapende mannen die naar alcohol roken, kaapten de demonstratie en bedreigden hem. Of hij spijt heeft? ‘’Nee. Voor de wereld heb ik geen spijt. Ik ben blij dat ik het heb georganiseerd.’’ De schade aan het parlement en de plunderingen keurt hij evenwel af. ‘’Daar sta ik niet achter.’’

Geen liefde voor het land

Dertiger Biervliet, een selfmade ondernemer die een kapperszaak runt, zijn eigen pindasaus verkoopt en daarnaast appartementen verhuurt, voert al jaren actie. Hij bracht jaren geleden al eens 10.000 mensen op de been tegen het bewind van Santokhi’s voorganger Desi Bouterse. Die liet de financiën van het land ontsporen en zadelde Suriname op met een torenhoge en volgens het IMF onhoudbare staatsschuld van een slordige USD 4 miljard, bijna anderhalf keer de omvang van de economie. Veel Surinamers koesterden de hoop dat het onder Santokhi beter zou worden. Biervliet niet. Cynisch: ‘’Ik heb geen vertrouwen in de oude politiek. Hun liefde voor het land is 0 procent. Al die oude mensen moeten weg.’’ Biervliet wil de armoede zelf laten zien. Dus rijdt hij in zijn USD 45.000 kostende pick-up truck — ‘’zelf betaald, ik werk hard’’ — naar een weeshuis in de stad waar vrijwilligers al meer dan zestig jaar kinderen opvangen. Huize Campagne telt vijf kamers met stapelbedden voor jongens en drie voor meisjes. Biervliet zamelt geld in voor het tehuis. ‘’De overheid doet niets’’, klaagt directeur Neza Roosblad op de binnenplaats, waar tientallen kinderen druk voetballen en schommelen. ‘’Donateurs trekken zich terug, omdat mensen het zelf nu ook moeilijk hebben. Een pak met 24 rollen wc-papier kost nu 300 SRD,’’ zegt Roosblad, ‘’terwijl dat een paar jaar geleden nog 95 was.’’

Braindrain

Zolang de koopkracht niet verbetert, verdwijnt de onvrede niet. ‘’Klanten lopen weleens weg of worden boos als ze zien wat ze moeten betalen’’, vertelt handelaar Anwar op de Javaanse markt in Paramaribo. Anwar verkoopt onder meer slachtkip. Een jaar geleden vroeg hij daar 70 SRD per kilo voor, nu 145. Hij heeft slecht nieuws: ‘’Volgende week is het 150.’’ De grote rode cactusvruchten — patiya — die fruithandelaar Mathoera op de Chinese markt een paar kilometer verderop verkoopt, kostten een paar jaar geleden 25 SRD. Nu schrijft hij met een dikke viltstift ‘80’ op de schil. ‘’Als dit zo doorgaat,’’ zegt Mathoera, ‘’stemt straks niemand meer op Santokhi.’’ De president beloofde de puinhopen van Bouterse op te ruimen en het land economisch gezond te maken. Volgens Debipersad heeft hij die belofte in de afgelopen drie jaar niet waargemaakt. ‘’Het eerste jaar gaf het volk hem nog het voordeel van de twijfel. Maar je kan je niet blijven verschuilen achter je voorganger. Deze regering doet te weinig.’’ Volgens de econoom deinsde Santokhi terug voor impopulaire maatregelen. Suriname heeft nu te maken met een brain drain. ‘’Jonge, goed opgeleide mensen stemmen met hun voeten. Ze vertrekken naar eilanden in het Caribisch gebied of naar de VS.’’

Liever Amerikaanse dan Surinaamse dollars

De voor de kust gevonden olie — mogelijk zes miljard vaten — kan de regering niet helpen. De oliewinning zal niet voor de volgende verkiezingen, in 2025, op gang komen. En dus ploetert Santokhi voort. De Surinaamse dollar verloor sinds zijn aantreden 80 procent aan waarde. Die devaluatie heeft Santokhi volgens economen niet geërfd van Bouterse. De hoge inflatie wordt ook niet alleen veroorzaakt door internationale ontwikkelingen, zoals gestegen transportkosten na corona of de gestegen energieprijzen door de oorlog in Oekraïne. ‘’Het vertrouwen in de munt is laag’’, zegt Debipersad. ‘’Niemand spaart Surinaamse dollars. Zodra mensen kunnen, wisselen ze die om voor Amerikaans geld.’’ De regering vergroot dat probleem volgens hem door geld bij te drukken. Vorig jaar werden de lonen van de ambtenaren in twee stappen met 25 procent verhoogd. Gevolg: de munt daalde nog meer in waarde. De regering bleef ook ambtenaren aannemen. Volgens de Surinaamse Rekenkamer waren het er in 2022 ruim 62.000. ‘’Dat betekent dat van de werkzame beroepsbevolking van circa 120.000 mensen de helft ambtenaar is’’, rekent Debipersad van achter een glas tropisch vruchtensap voor. ‘’Dat zijn verkapte uitkeringen.’’ De helft van die 62.000 lijkt hem meer dan genoeg voor een land met iets meer dan 600.000 inwoners.

Family & friends

Van Santokhi’s belofte om te breken met het nepotisme — in Suriname spreken ze van friends & family — is weinig terechtgekomen. De president benoemde zijn vrouw Mellisa in 2020 tot lid van de Raad van Commissarissen van Staatsolie. De broer van vicepresident Ronnie Brunswijk, Leo, werd er president-commissaris. Niemand trapte op de rem. Vicepresident Brunswijk, in 1999 in Nederland bij verstek tot acht jaar veroordeeld voor drugssmokkel, vond dat familie best ‘mag meeëten’. Na zware kritiek zijn de benoemingen vorig jaar alsnog teruggedraaid. Maar het water in de altijd bruine Surinamerivier stroomde niet ineens de andere kant op. Leo werd begin dit jaar directeur van energiebedrijf EBS. De zoon van Santokhi, Richano, kreeg onlangs nog een baan als medewerker op het consulaat in Miami. Hans Moison, oud-directielid van een grote Surinaamse bank, telefonisch vanuit Nederland: ‘’De mensen die in Suriname de macht krijgen, vervallen steeds in dezelfde fouten. Ze gedragen zich als koning, keizer, admiraal. Dat zet kwaad bloed.’’

Slecht bestuur

In zijn ruime, maar sober ingerichte werkkamer zoekt de in december aangetreden minister van financiën Stanley Raghoebarsing — ‘’ik wil niemand voor het hoofd stoten’’ — naar de juiste woorden. ‘’Ik zou zoiets niet doen’’, zegt Santokhi’s partijgenoot over het benoemen van familieleden. ‘’In de beoordeling van de kwaliteit van het bestuur speelt met name dit soort zaken een veel grotere emotionele rol dan men inschat. Ik ben in de fase van mijn leven waarin ik geen carrière hoef te beschermen. Ik kan het zeggen zoals het is.’’ De problemen waar Suriname mee kampt, zijn volgens de minister ‘’uitvloeisels van slecht bestuur’’. Hij licht toe: ‘’Uiteindelijk is het niet de economie die bepaalt. Er zijn meer landen met een geweldige hoeveelheid grondstoffen en economische kansen. Maar als je niet goed bestuurt, verarmen die landen. Jammer genoeg zitten wij in die situatie.’’ Suriname exporteerde vorig jaar voor USD 1,9 miljard aan goud, maar de staat houdt daar zelf weinig aan over. De afdracht (‘royalty’s’) staat dit jaar in de boeken voor omgerekend nog geen euro 80 miljoen. Bovendien is een deel van de goudwinning en export illegaal, waardoor de overheid achter het net vist. Debipersad klaagt over de inefficiëntie van de belastingdienst en douane, volgens hem een ‘’dolk in de rug van Suriname’’. Raghoebarsing: ‘’Ik zou het niet formuleren als dolk in de rug. Ik zou het formuleren als heel belangrijke instituten die verzwakt zijn. Het is belangrijk dat ze opgebouwd worden.’’

Schulden herschikken

Raghoebarsing vindt dat er te hard wordt geoordeeld over de regering. Dat er tijd verloren is gegaan na 2020 zal hij niet ontkennen, maar er gebeurt volgens hem wel wat. Sinds enkele dagen staat ook het hulpprogramma van het IMF van in totaal USD 690 miljoen weer op de rails. Het moet de regering de komende jaren lucht geven. De subsidies op energie worden aangepakt. Om de onvrede te dempen, worden ze vervangen door gerichte hulp. De armste Surinamers krijgen er 1800 SRD per maand bij, omgerekend euro 45. De staat, zo is de bedoeling, gaat ook meer profiteren van de goudwinning. Suriname is verder bezig zijn schulden te herschikken. Die onderhandelingen zijn grotendeels afgerond. Het is een mix van kwijtschelding, lagere rente en langere looptijden. Alleen met China, dat nog zo’n USD 540 miljoen van Paramaribo tegoed heeft, ligt er nog geen akkoord. Raghoebarsing is desondanks optimistisch: ‘’De schuldquote is gedaald van ruim 140 procent naar 122 procent. De inflatie is nog fors, maar daalt. Hopelijk kunnen we volgend jaar weer op single digits uitkomen. Toen we begonnen, konden we de salarissen van de ambtenaren niet eens meer betalen.’’ Hoopvol: ‘’Het komt goed met dit land.’’ Niet iedereen deelt zijn optimisme. De vraag is of Santokhi en zijn belangrijkste coalitiepartner, Brunswijk, de rug recht houden, zeker met de verkiezingen van 2025 in aantocht. Financieel analisten van het bedrijf EMFI uit Londen, zijn pessimistisch. Ze vragen zich af of de coalitie de rit uitzit. ‘’Ons basisscenario is dat de Surinaamse regering het IMF-programma niet zal voltooien.’’

Hosselen

In een van de armste wijken van de stad, Latour, staan ondertussen huizen te verkrotten. Eric Struiken, leraar aan een middelbare school met 465 leerlingen, merkt dat kinderen vaker met een lege maag naar school komen. ‘’Collega’s nemen extra broodjes mee’’, zegt hij. ‘’We hebben vaak geen notie hoe ernstig het echt is. Mensen zien het als een schande om hulp te vragen.’’ De zorgbegeleider van de school, Janesta Omouth, vertelt in haar kantoortje over een meisje van vijftien. ‘’Haar moeder had gezegd dat ze een man moest nemen om voor haar te zorgen.’’ Omouth zag het verzuim groeien. ‘’Veel leerlingen werken tijdens schooluren. Ze hosselen aan de Franse grens. Anderen werken tot laat bij de car wash en vallen op school in slaap.’’ Op weg naar school passeren een paar scholieren met mobiele telefoons in hun handen. Struiken: ‘’Soms wil je niet weten hoe ze eraan komen. Er is een enorme drang naar rijkdom en dat leidt tot criminaliteit. Als de armoede niet wordt opgelost, blijft dat zo. Het ziet er somber uit. Er is een mentaliteitsverandering nodig in dit land.’’

Bron: FD.nl

More
articles