Hoewel Suriname in het verleden met schuldeisers om de tafel heeft gezeten, zijn de huidige onderhandelingen om tot herschikking van schulden te komen een unicum. Malty Dwarkasing, administrateur-generaal van het Bureau voor de Staatsschuld, zegt dat er weleens grote achterstanden in buitenlandse schulden zijn geweest, maar het betrof slechts bilaterale schulden. Zo waren er achterstanden bij Brazilië, de VS, Spanje en Japan. Onderhandelen met bilaterale crediteuren in het verleden, vergde minder inspanning.
“We hadden geen adviseur nodig, we konden het zelfstandig doen”, aldus Dwarkasing, die samen met minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning, de Communicatie Dienst Suriname te woord staat. Het verschil nu is dat Suriname ook met private internationale crediteuren – de zogenoemde bondholders – moet onderhandelen, wat de situatie extra moeilijk maakt. Minister Raghoebarsing benadrukt dat Suriname belangen heeft, namelijk het beschermen van land en volk, maar hij wijst erop dat de bondholders ook belangen hebben. “Wij dienen het belang van land en volk, zij dienen belang van hun kapitalen. Ergens moet je elkaar vinden.” Zowel hij als Dwarkasing wijst dan ook op de successen die Suriname boekt in de schuldonderhandelingen.
De schuldherschikking met de Oppen-heimer bondholders is bijvoorbeeld de eerste in de wereld die in drie jaar tijd is gelukt. Dwarkasing spreekt van een enorme schuld, die momenteel is gegroeid naar USD 880 miljoen, dit is inclusief achterstanden van interestbetalingen, penalty interest die daarop zijn gekomen. De economische recessie en onstabiliteit in de wereld maakt volgens de functionaris de situatie extra moeilijk. Veel landen geven bij crediteuren en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) aan, dat ze hun schulden niet kunnen aflossen en vragen om schuldverlichting. Dwarkasing noemt het dan ook een grote prestatie van Suriname om in deze situatie tot herschikking te komen. De onderhandelingen met de bondholders hebben volgens haar in drie jaar tijd redelijk succesvol plaatsgevonden. De Surinaamse inspanningen hebben hiermee vruchten afgeworpen en het is belangrijk voor de kredietwaardigheid c.q. het Surinaamse imago in de wereld. Dwarkasing onderstreept het voordeel van de kredietwaardigheid ook voor het bedrijfsleven. “Wanneer de kredietwaardigheid van ons land verbetert, is het ook voor het bedrijfsleven makkelijker om zaken te doen met het buitenland.” In elk geval moet er volgens haar ervoor gewaakt worden dat de overheid niet weer in een situatie terechtkomt dat er zodanig geleend wordt, dat het land niet in staat is terug te betalen. “We kunnen niet meer uitgeven dan we aan inkomsten hebben”, aldus mevrouw Dwarkasing. Er moet goed nagedacht worden waaraan ’s lands inkomsten besteed worden en welk deel gaat naar de sociale zorg, infrastructuur, productie, onderwijs en gezondheidszorg. “We moeten gezond prudent beleid uitvoeren, onze schulden op een goede manier gaan managen en leren uit fouten die gemaakt zijn in het verleden.”
