Volgens de Nederlandse ambassadeur, Henk van der Zwan, hadden de Surinaamse autoriteiten de ambassade in kennis moeten stellen over de aanhouding en uitzetting van de Nederlandse staatsburger Regita ‘Asawini’ Edenburg. Dit zei de ambassadeur in gesprek met een lokaal medium. Volgens hem verbaast het hem dat dit nimmer is gebeurd en dat er tot nog toe, geen gegronde verklaring hiervoor is gegeven. Van der Zwan zegt dat Suriname en Nederland een internationaal verdrag hebben met betrekking tot consulaire hulp, echter is het terzijde gelegd. “Dat is de regel, zoals die bestaat op basis van internationale verdragen. En dat is in dit geval niet gebeurd. Ik ben verbaasd dat Suriname niet volgens het Verdrag van Wenen heeft gehandeld. Dat is het enige dat ik nu kan zeggen”, aldus de ambassadeur.
De ambassadeur zegt dat de beoordeling van Asawini als te zijn staatsgevaarlijk, een beoordeling is van de Surinaamse autoriteiten. Hij stelt dat hij daar niet op wil ingaan of oordelen wat de autoriteiten gesteld hebben. Van der Zwan zegt dat hij nog steeds het verzoek afwacht, om per diplomatieke nota geïnformeerd te worden over deze zaak. Tot nu toe is er helemaal geen antwoord richting de ambassadeur gekomen met een eventuele opheldering.
Door de minister van Buitenlandse Zaken, Albert Ramdin, werd aangehaald dat noch hij, noch de president in kennis is gesteld over de uitzetting van Asawini. Volgens hem had dit moeten gebeuren, zodat hij advies kon geven, hoe dit op de juiste wijze diende te geschieden. Hij zegt dat door de president rapportage is gevraagd betreffende deze kwestie aan de minister van Justitie en Politie, Kenneth Amoksi.