“De regering onder leiding van president Chandrikapersad Santokhi, begon tijdens de covid-pandemie en te midden van een diepe economische crisis, veroorzaakt door het wanbeleid van zijn voorganger Desi Bouterse, die het land failliet liet gaan, omdat die zelfs niet in staat was om de salarissen van ambtenaren te betalen. De regering Santokhi wendde zich toen tot het IMF voor hulp, maar problemen deden zich voor toen ze moesten voldoen aan de eerdere eisen van de multilaterale organisatie, en het kostte hen bijna een jaar om het programma goedgekeurd te krijgen door het IMF-bestuur”, aldus de EMFI in een rapport van 1 juni jongstleden. Volgens de economen van EMFI stopte het programma van het IMF na goedkeuring van een 4e driemaandelijkse beoordeling, gezien het gebrek aan politieke wil om de programmahervormingen door te voeren. “Dus in drie jaar heeft de regering slechts twee uitbetalingen van 55,1 miljoen dollar van het IMF ontvangen, duidelijk onvoldoende om een overheidstekort te financieren dat ten koste ging van slechte economische prestaties.”
Werkloosheid gestegen en lonen gedaald
De economische prestaties van Suriname over de laatste vier jaar zijn volgens EMFI het gevolg van het ontbreken van financiering, waardoor de overheid haar toevlucht moest nemen tot leningen. “Dit heeft de wisselkoers voor een korte periode kunnen bedwingen, die na een periode van stabilisatie is die weer gestegen en is momenteel op USD 38/SRD, een jaarlijkse stijging van 72 procent. Nu is de omvang van de economie ongeveer 80 procent van wat die was 2019, dus de werkloosheid is gestegen en de lonen zijn gedaald, wat de meest kwetsbaren schaadt.” Verder stelt EMFI, dat het geen verrassing is dat Santokhi en Brunswijk tegenwoordig niet populair zijn, en dat in februari honderden Surinamers de straat op gingen om te protesteren tegen de regering. Het verzet is volgens EMFI vanwege de hervormingen van het IMF, die de regering eind 2022 versneld invoerde. “De implementatie van een aantal lopende maatregelen, onder andere het afschaffen van subsidies op elektriciteitstarieven, brandstof en gas, om de uitbetaling te krijgen die overeenkomt met de tweede herziening van de Extended Funds Facility (EFF). Bovendien is de regering sterk bekritiseerd vanwege corruptie en nepotisme, voornamelijk gerelateerd aan vicepresident Brunswijk, maar ook aan Santokhi.”
Regering verzwakt
EMFI is van mening, dat als gevolg hiervan de regerende coalitie is verzwakt. Ook is een van de vier partijen waarmee de regering een coalitie vormde, uit de coalitie gestapt. “Bovendien zijn er vaak spanningen binnen de regerende coalitie geweest, waarbij Brunswijk kritiek uitte op de hervormingen die het IMF vereist en zelfs bevestigt, dat hij zal meedoen de presidentsverkiezingen van 2025. De laatste wrijving tussen Santokhi en Brunswijk vond plaats nadat de vicepresident kritiek had op de toewijzing van middelen aan de ministeries. Toch kwamen ze na een periode van dialoog overeen om hun bondgenootschap te handhaven’’, aldus EMFI. “Door de economische prestaties en de politieke situatie van de afgelopen drie jaar te bekijken, vonden we significant neerwaartse risico’s voor het IMF-programma, zelfs als er opnieuw over wordt onderhandeld. Ten eerste het verzet van de overheid tegen de hervormingen doorvoeren die het programma vereist, gezien de impopulariteit van de bezuinigingsmaatregelen waarom we een scenario van protesten en een nieuwe vertraging in programmahervormingen niet kunnen uitsluiten. ”Het EFF heeft een looptijd van 36 maanden en er zijn slechts twee driemaandelijkse evaluaties uitgevoerd. “Hoewel twee jaar in de politiek lang is, lijken Santokhi’s kansen om herkozen te worden op dit moment erg klein, dus zelfs als Santokhi de wil heeft om de hervormingen door te voeren, zal hij het programma niet kunnen afronden in zijn ambtstermijn, die nog 24 maanden zal duren. Hierdoor loopt het programma duidelijk het risico onvolledig te zijn, als het anti-IMF-sentiment het wint bij de algemene verkiezingen”, aldus EMFI.
Conflict
Tot slot stelt het EMFI-rapport, dat naarmate de verkiezingen naderen, Brunswijk kritischer zal zijn over het regeringsbeleid om zijn kandidatuur te bevorderen, waardoor de conflicten binnen de regerende coalitie toenemen. De EMFI stelt dat indien Brunswijk het blok zou verlaten, zijn partij terrein zou winnen, met als gevolg dat Santokhi de meerderheid in DNA verliest. Hierdoor zou de uitvoering van de hervormingen die het IMF- programma vereisen, worden belemmerd.
De regering Santokhi-Brunswijk heeft aan de ene kant al het grootste deel voltooid van impopulaire hervormingen, zoals de invoering van belastingen en de afschaffing van subsidies, evenals de stijgende wisselkoers. “Als ze deze hervormingen handhaaft en blijft voldoen aan de doelstellingen van het programma tijdens de volgende beoordelingen, zal het makkelijker gaan. Aan de andere kant, als Santokhi zich niet kandidaat stelt voor herverkiezing, zou hij zich meer kunnen inzetten voor het programma, ongeacht de impopulariteit ervan.’’