Op de VSB Netwerkborrel van de VSB op 9 mei jongstleden, stond het ontwikkelen van een duurzaam transportnetwerk centraal. Het doel was om de huidige stand van zaken te bespreken en voorstellen te doen voor toekomstige lokale en regionale netwerken die van belang zijn voor de toekomst van Suriname. Timothy Mendonca, Sjoerd Poort en Stephan Ferrier hebben ieder een presentatie verzorgd die gericht was op luchttransport, maritiem verkeer en het wegennetwerk.
Mendonca gaf in zijn presentatie aan, dat het aantal passagiers in 2023, na de terugval als gevolg van de pandemie, volledig hersteld moet zijn. De toekomst van de luchtvaartsector heeft veel potentie en zal versneld groeien als gevolg van de olie- en gasontwikkeling in Suriname. Er is een vergelijking gemaakt met de impact op het luchtverkeer in ons buurland Guyana na de oliefondsen. Om te komen tot een duurzaam luchttransportsysteem, is het voor Suriname zaak om zich strategisch op de toekomst voor te bereiden om de exponentiële groei in vliegbewegingen, passagiers en cargo te kunnen faciliteren. Het gereed hebben van de infrastructurele diensten, luchthavencapaciteit, relatie met de luchtvaartmaatschappijen en routenetwerk, maar ook de dienstverlening, veiligheidssystemen en wetgeving als randvoorwaarden zijn hierin cruciaal. Het totale transportsysteem, weg, water en lucht moet integraal op elkaar worden aangesloten, om een efficiënte en duurzame faciliteit te kunnen invullen voor de totale economie.
Poort heeft in zijn presentatie het belang van maritiem transport benadrukt voor Suriname. Ondanks de relatief kleine import en exportvolumes, is Suriname goed ontsloten wat maritiem transport betreft. Er zijn veel verschillende rederijen die wereldwijd opereren die Suriname wekelijks aandoen. Er is te zien dat de laatste jaren de volumes zijn afgenomen, en met name de hoeveelheid exportgoederen in containers. De huidige haveninfrastructuur en de nieuwe ontwikkelingen op de Dr. Jules Sedney Haven zijn voldoende om in een toename in import en export in de komende jaren te voorzien. Veel hangt hierbij natuurlijk ook af van de ontwikkelingen in de offshore.
Het baggerproject en het beleid dat momenteel door de MAS worden uitgevoerd, is er ook op gericht om de import en export te bevorderen alsmede de ondersteuning voor de offshore projecten vanuit Suriname mogelijk te maken. In de presentatie werd ook duidelijk aangegeven, dat de afstand van Blok 58, waar Total Energies momenteel bezig is met de goedkeuring van de olievondsten, tot de monding van de Surinamerivier gelijk is aan de afstand tot de monding van de Corantijnrivier, circa 200 kilometer. De afstand naar Trinidad is ruim 700 kilometer. Het is dus belangrijk om de Surinamerivier goed toegankelijk te maken voor de scheepvaart, zodat de offshore ontwikkelingen zo veel als mogelijk vanuit Suriname kunnen worden ondersteund.
Ferrier heeft in zijn presentatie de relatie tussen ruimtelijke ontwikkelingen en transportsystemen toegelicht. Door een gebrek aan ruimtelijke planning en handhaving van de stedenbouwkundige wetgeving, is Groot Paramaribo in de afgelopen jaren orga-nisch gegroeid. Als gevolg hiervan zijn onder andere transportkosten toege-nomen, economische zones slechter be-reikbaar en is de verkeersveiligheid afgenomen. Daarnaast is gebleken dat we niet in staat zijn het wegennet, waar de afgelopen jaren enorm in is geïnvesteerd, in stand te kunnen houden. Om te komen tot een duurzaam transportnetwerk is het essentieel dat we het met elkaar eens worden over de inrichting van Suriname en nagaan hoe we het best kunnen aansluiten op regionale en internationale transportnetwerken. Een eerste aanzet voor een structuurvisie en het bijbehorende wegennetwerk is gepresenteerd. De feedback van het publiek zal worden meegenomen in de verdere uitwerking van deze visie.
Voor het efficiënt kunnen faciliteren van de toekomstige economische ontwikkeling is het cruciaal om nu een integrale, duurzame lange termijn visie uit te zetten in een planning, zodat we ook over een aantal decennia van deze duurzame strategie kunnen profiteren. Zowel voor wat de kwaliteit van onze leefomgeving betreft als voor onze economie en onze biodiversiteit. Economische en milieuontwikkeling hoeft elkaar niet uit te sluiten, sterker nog, als we nu goede strategische en ecologisch verantwoorde beslissingen nemen, dan zullen ze elkaar juist versterken.