President Chandrikapersad Santokhi stelt dat het publiekelijk uithalen van vicepresident Ronnie Brunswijk naar de eigen regering, niet gezond is voor de regering. Brunswijk heeft onlangs aangegeven, dat er niet genoeg financiële middelen worden vrijgemaakt voor Abop-ministers, ook zouden de vele commissies een sta-in-de-weg zijn voor het functioneren van de ministers.
Santokhi zegt in het programma ABC Online Nieuws, dat de vicepresident reeds erop gewezen is, dat hetgeen gebeurd is, niet goed is voor de regering. Dergelijke uitspraken werken volgens het staatshoofd door naar de regering. ‘’Er zijn geen ruzies binnen de regering. De vicepresident heeft een eigen stijl. Ik heb aangegeven, dat er een constitutionele grondwet is die aangeeft, wat de verhoudingen zijn tussen de president, de vicepresident en de leden van de Raad van Ministers‘’, zegt Santokhi. Het staatshoofd wees erop dat persoonlijke kwesties plaats moeten maken voor het nationaal belang.
In de coalitietop is volgens Santokhi, besproken om de eenheid binnen de regering te behouden. Volgens Santokhi heeft de vicepresident aangegeven, begrepen te hebben dat de door hem gedane uitspraken niet goed zijn voor de regering. Santokhi zegt dat zaken zoals beleids- en persoonlijke kwesties, perikelen in de media etc., regelmatig besproken worden in de gehele coalitietop. Het staatshoofd benadrukt dat de regering nu de tweede helft van haar zittingstermijn ingaat, daarbij wordt verwacht dat eenieder beter presteert. ‘’De issues waarmee we nu te maken hebben, moeten we oplossen. Als coalitie moeten we eenheid demonstreren om gezamenlijk een standpunt in te nemen‘’, aldus Santokhi.
‘’De regering treft momenteel rigoureuze maatregelen, die soms onaangenaam overkomen bij de samenleving. Echter zijn deze maatregelen van primair belang om de economie weer op de rails te krijgen’’, aldus de president. De focus wordt volgens hem nu gelegd op macro-economische vraagstukken, het fiscale beleid, het IMF-programma, capaciteitsversterking, maatregelen om de samenleving te beschermen en integriteitskwesties. ‘’De maatregelen creëren een situatie van onvrede, maar daar moet collectieve verantwoordelijkheid, collectieve leiderschap demonsteren. We zijn gezamenlijk verantwoordelijk‘’, aldus Santokhi.