SRD 5 miljard afgeroomd, maar ruim SRD 1,5 miljard OMO-rente uitgekeerd

De Vereniging van Economisten in Suriname (VES), stelt dat de Open Markt Operaties (OMO’s) van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), niet het beoogde effect gehad hebben. “De effecten mogen zoals aangegeven, niet worden overschat, gezien de geringe doorwerking naar macro-economische kernvariabelen als inflatie, rentestand en wisselkoers. De beoogde rente en monetaire transmissie vonden niet plaats, waardoor de gewenste gedragsverandering bij economische subjecten niet plaatsvond en de effectiviteit van de OMO’s goeddeels werd ondergraven. De OMO operatie is minder goed voorbereid door betrokken partijen en de communicatie met de stakeholders en de samenleving was niet optimaal”, aldus de VES.

Het is volgens de VES ook belangrijk dat n u reeds wordt nagedacht over hoe in de toekomst dit programma successievelijk moet worden hervormd, ook met het oog op eventuele monetaire implicaties.

“Daarbij moet ook de inzet van additionele monetaire instrumenten zoals de kasreserveregeling, in beschouwing worden genomen. Ook moeten in het verleden opgedane gunstige ervaringen met monetaire saneringsprogramma’s in Suriname worden meegenomen. Daar zijn ook voor het IMF goede lessen uit te leren.”

Evaluatie

President Chandrikapersad Santokhi had op 16 november 2022 een Presidentieel Team, bestaande uit Stanley Raghoebarsing, Jim Bousaid en Glenn Gersie, ingesteld voor de evaluatie van onder andere de Open Markt Operaties (OMO’s) die plaatsvinden vanuit de Centrale Bank. De taak van het team was na te gaan hoe succesvol de OMO-operaties zijn geweest tot nu toe en voorstellen te doen ter beteugeling van de wisselkoers voor de vreemde valuta. Eind december 2022 presenteerde het team het rapport: ‘Beschouwing Open Markt Operaties’ aan de president. Het rapport was getekend door Bousaid en Gersie. De VES heeft de hand weten te leggen op het rapport. Aangezien de OMO’s veel vraagtekens hebben opgeroepen bij de samenleving en vanuit diverse hoeken een kritisch geluid te horen was over het OMO-beleid van de CBvS, heeft de VES naar aanleiding van hoofdstuk 8 ‘Evaluatie en resultaat van het huidig OMO-beleid’, een analyse gepubliceerd in de meest recente editie van VES-Inzicht.

In hoofdstuk 8: ‘Evaluatie en resultaat van het huidige OMO-beleid’, wordt in 8.1. de evaluatie en het resultaat besproken. Het ingezette OMO-beleid had, zoals eerder gesteld, twee belangrijke doelstellingen, namelijk:

1.Afroming van de overliquiditeit in de Surinaamse economie.

  1. De verhoging van de algehele rentestand, die de gewenste incentives zou geven aan economische subjecten leidende tot een zekere monetaire en wisselkoersstabiliteit.

Deze doelstellingen zijn volgens de VES in zeer beperkte mate gerealiseerd. De eerste doelstelling- afroming van de overliquiditeit – komt niet goed tot zijn recht. “In totaal is in een kortstondig proces van ‘afromen en terugzetten’, bijna SRD 5 miljard afgeroomd terwijl meer dan SRD 1,5 miljard aan rente (vnl. banken) is uitgekeerd.”

Liquiditeit

“De overliquiditeit bij banken is voor een belangrijk deel gebonden via OMO’s (Whole-sale markt). Niet alle banken deden mee met de OMO-beleggingen. De uitbetaalde OMO-rente houdt wel een liquiditeitsimpuls in, die vervolgens weer is gebonden via voortgaande OMO-beleggingen van financiële instellingen.” De VES stelt verder, dat de grootste bank van Suriname verreweg het meeste belegd heeft en dus het hoogste rentevoordeel heeft gehad vanwege haar zeer ruime liquiditeitspositie. “De op een na grootste bank had door interne perikelen geen ruime liquiditeitspositie en de derde grootste bank kon vanwege haar interne risicomanagementregels niet beleggen in effecten die een te lage rating toegekend kregen, hetgeen bij de OMO-beleggingen het geval was.” Verder is de VES van mening dat de liquiditeit van economische subjecten die buiten het bankwezen circuleert, door de CBvS en het IMF te hoog wordt ingeschat en een reëel gevaar vormt voor de monetaire en wisselkoersstabiliteit. “Deze liquiditeit heeft een additionele impuls gekregen de afgelopen maanden door de toenemende tekorten op de overheidsbegroting die deels middels verkoop van vreemde valuta, verkregen van mijnbouwbedrijven met name  Staatsolie en Newmont, werden gefinancierd.”

Ongewenste risico’s

De OMO’s hebben volgens de VES slechts een deel van deze liquiditeiten kunnen binden, terwijl de vraag naar vooral importgoederen en vreemde valuta druk bleef uitoefenen. “De macro-economische effecten van de OMO’s mogen niet worden overschat, aangezien de liquiditeitsbinding niet heeft geleid tot materiële doorwerking in macro-economische kernvariabelen. Ook moet in beschouwing worden genomen dat de commerciële banken weinig mogelijkheden hebben om deze overliquiditeit te benutten vanwege de lage kredietvraag vanuit de private sector en parastatalen, en ook vanuit het gezichtspunt van de lage BIS-ratio van diverse banken.”

De VES stelt ook dat de hoge OMO-rente in SRD, kredietuitzettingen in deze valutasoort remt en dollarisatie van kredietportefeuilles stimuleert, hetgeen ongewenste risico’s met zich meebrengt.

“De vraag kan ook gesteld worden of de OMO-operatie zorgt voor een duurzame binding van liquiditeiten, gezien de zeer beperkte looptijd van de beleggingen. Het valt daarom te overwegen om een aantrekkelijk duurzaam beleggingsalternatief aan te bieden aan de gemeenschap.”

More
articles