De ontwikkeling van onze gemeenschappen wordt steeds door derden bepaald. Landroof vindt op grote schaal plaats, terwijl wij met lede ogen moeten toezien hoe natuurlijke hulpbronnen worden verkwanseld. Ons wordt verboden ons eigen gebied te betreden, zodat wij niet of nauwelijks in onze primaire levensbehoeften kunnen voorzien. Wij weten hoe we met het milieu, het leefklimaat van mens, dier en plant, geheel van uitwendige omstandigheden zoals lucht, bodem en water, dat van invloed is op het leven; (natuurlijke) leefomgeving moeten omgaan. Wij weten hoe wij de omgeving in evenwicht moeten houden. Daar hebben wij geen onderwijs, geen onderricht voor nodig, omdat wij daarin zijn grootgebracht.
Als oorspronkelijke bewoners van dit land vechten we al jaren voor de erkenning van onze landrechten en inheemsen van Beneden-Marowijne hebben een grote bijdrage in deze strijd geleverd.
Het vonnis uitgesproken op 25 november 2015 door het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten in de rechtszaak die in 2007 aanhangig is gemaakt door de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) en haar regionale werkarm voor Beneden-Marowijne KLIM (Kaliña en Lokono in Marowijne), wordt stelselmatig door opeenvolgende regeringen genegeerd.
Het hanteren van het FPIC (Free, Prior and Informed Consent) is een verplichting; gecreëerde procedures en normen op basis van internationale mensenrechtenwetgeving. Het gebruiken van FPIC-procedures stelt inheemsen alsook in stamverband levenden in staat al dan niet toestemming te verlenen voor de uitvoering van projecten die hen of hun territoria raken. Daarnaast is het streven van FPIC om deelname aan besluitvormingsprocessen aan te moedigen. Internationale verdragen staan boven nationale wetten. Ook Suriname dient zich hieraan te houden.
Ons wordt steeds een worst voorgehouden en we worden telkenmale met een kluitje in het riet gestuurd. Dit kunnen we niet langer accepteren. Wij eisen nu geen woorden meer, maar daden. Voor veel woorden en weinig wol kopen we niets. Respecteer ons en geef ons waarop we recht hebben.
In de laatste weken van april 2023, waren er op verschillende plekken in Para protesten bij het staatsbedrijf Grassalco, omdat er opnieuw concessies waren uitgegeven op land dat wij, inheemsen, tot ons territorium rekenen. Hoe zeer ook wij elke vorm van geweld afkeuren, verliezen we niet uit het oog wat tot de uitbarsting van enkele dagen geleden te Pikin Saron heeft geleid: de kruik gaat immers net zo lang te water tot ze barst.
Het laatste dat we willen is geweld en discriminatie in dit mooie land. Het gebruik van geweld is zelden de oplossing van gerezen problemen. Wij betreuren het verlies van le-vens dat is gevallen in deze strijd en condoleren alle nabestaanden. Wij willen dat de rust terugkeert in de inheemse gemeenschappen niet alleen, maar ook en vooral dat we ophouden met de vinger naar elkaar te wijzen en elkaar over en weer te beschuldigen. Als je een hond wilt slaan, is een stok gauw gevonden. Onenigheid en verdeeldheid zal ons meer verzwakken en dat moeten we niet hebben. Zelf vinden wij troost in het Latijnse spreekwoord ‘Si vis pacem, para bellum’, dat wij vertalen als: ‘soms moet je oorlog voeren om de vrede te bewaren’. We verklaren ons solidair met de dorpsgemeenschap van Pikin Saron en andere dorpen.
De acht Inheemse Dorpshoofden van Beneden-Marowijne verenigd in KLIM.