Mr. Anneke Chin-A-Lin heeft in SJB 2022 no. 3 een artikel geschreven over de recente wijziging van de Zegelwet. Naar aanleiding van het SJB-artikel, is door mr.dr. Gaetano Best een overzichtelijke samenvatting gepubliceerd, getiteld: ‘Heeft de Zegelwet zijn langste tijd gehad?’. Het is niet mijn bedoeling in herhaling te treden, maar te wijzen op een belangrijk aspect van het SJB-artikel dat niet besproken is in de samenvatting.
De wijziging van de Zegelwet heeft gezorgd voor een vermindering van de inkomsten voor de staat. Maar is het juist niet van belang dat de inkomsten vergroot worden, vooral nu de staat kampt met grote financiële problemen? Het lijkt bijna ongelooflijk dat een land in een crisisperiode een gedeelte van zijn inkomsten vrijwillig prijsgeeft. Er moet dus een andere achtergrond zijn voor de genoemde wijziging.
Naar mijn mening was dit een onderdeel van de veelbesproken conversiewetgeving. Dit laatste betreft het omzetten van grondhuur en erfpacht in volledige eigendom door verkoop van het blote eigendom aan de grondhuurder c.q. erfpachter. De mogelijkheid van conversie bestond sinds 2003, maar de bijbehorende staatsbesluiten moesten nog gemaakt worden. Middels een zgn. pilotproject zijn de eerste conversies door de NDP-regering in 2016 geëffectueerd. Echter is dit project volgens de oud-minister Hoefdraad mislukt, vanwege geringe belangstelling. Of waren de destijds vastgestelde conversietarieven veel te hoog?
President Santokhi heeft de Presidentiële Commissie Grondconversie en Herziening Grondbeleid in het leven geroepen die haar taak met voortvarendheid heeft voltooid, zodat de nieuwe ontwerpwetgeving reeds ongeveer twee jaar geleden kon worden behandeld. De behandeling kon echter geen voortgang vinden, omdat er op voor velen verrassende wijze binnen de coalitie geen quorum aanwezig was. De staat is hierdoor miljarden aan inkomsten misgelopen. De inkomstenderving is echter nog groter geworden vanwege een mijns inziens ondoordachte wijziging van de Zegelwet. Mr. Chin-A-Lin geeft echter aan de staat een paar belangrijke handvatten om toch nog meer inkomsten uit onroerend goed te verwerven.
De meest eenvoudige is het aanpassen van de klapperwaarde. Deze is voor het laatst bijgewerkt in 2011 en is daarom reeds achterhaald. Hoewel de bedragen in euro luiden en daarom waardevast lijken, is dat in de praktijk niet het geval. Meestal is de klapperwaarde lager dan de reële waarde, maar in enkele gevallen ook hoger. Bij aanpassing aan de reële waarde zullen de inkomsten voor de staat aanzienlijk verhoogd worden.
Een andere wijze voor het mislopen van zegelrechten die door mr. Chin-A-Lin belicht wordt, is de stichtingsconstructie. In de praktijk komt het vaak voor dat een stichting wordt opgericht voor het aankopen van onroerend goed. Zonder cijfermatige onderbouwing durf ik te stellen dat deze stichting de in de praktijk meest voorkomende is. Per 17 april 2023 bedroeg het aantal bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) ingeschreven stichtingen 52.958. We kunnen dus gerust stellen dat het aantal onroerend stichtingen enkele tienduizenden is. Indien een stichting een onroerend goed aankoopt, is zegelrecht verschuldigd en heeft de staat dus inkomsten. Indien het desbetreffende onroerend goed opnieuw wordt verkocht, kiest de koper er meestal voor om niet het onroerend goed aan hem over te dragen, maar het bestuur van de stichting over te nemen. In deze constructie is geen zegelrecht verschuldigd, omdat er alleen een bestuurswisseling plaatsvindt. De staat loopt de inkomsten die uit de zegelrechten verdiend zouden kunnen worden volledig mis. Ook bij volgende verkopen wordt in de praktijk vaak dezelfde constructie toegepast, waardoor er geen zegelrechten betaald worden. Ook hiervan zijn geen cijfers beschikbaar, maar aangenomen mag worden dat de staat op deze wijze tientallen miljoenen op jaarbasis misloopt.
Mogelijke oplossing
Mr. Chin-A-Lin geeft als oplossing niet het verbieden van een stichting of het verbieden van onroerende zaken ten name van stichtingen, zoals soms wordt geopperd, maar het treffen van meer fiscale maatregelen bijvoorbeeld de belasting van de economische eigendomsoverdracht die hier plaatsvindt. Een bestuurswisseling is een rechtshandeling waarvoor geen notariële akte vereist is. Deze kan door partijen zelf worden opgemaakt en ter inschrijving worden aangeboden bij de KKF, dat genoegen neemt met (gelegaliseerde) notulen van de vergadering inzake bestuurswisseling. Gelukkig heeft de overheid wel een andere belangrijke bron van inkomsten uit onroerend goed aangeboord door het verhogen van de erfpachtscanon en de grondhuurvergoedingen bij Staatsbesluit van 21 maart 2023 (S.B. 2023 no. 50). Deze waren sinds 1997 niet verhoogd.
Kewita Soerjoesing LL.B.
(met dank aan mr.dr. C.R. Jadnanansing).