De laatste weken lees ik in de kranten veel berichten die gaan over de achtergronden van de huidige economische crisis. Veel vingers wijzen naar de vorige regering, die van 2010-2020 het land heeft opgezadeld met torenhoge schulden. Tegelijk wordt gewezen op een stuurloos beleid van de huidige regering die niet in staat is om een beleid te voeren dat een tegenwicht biedt aan de neergaande economie. Het wijzen met vingers naar de vorige en de huidige regering leidt helaas tot niets. Het lost niets op.
Vlak voor zijn vertrek naar Nederland voor medisch onderzoek heeft de President in DNA aangegeven dat hij beleid gaat maken om de neergang van de economie om te buigen, maar heel concreet werd er niet aangegeven wat er dan precies in het beleid zou gaan veranderen. In DNA heerst dan ook onvrede in brede kring onder de coalitie- en oppositiepartijen over het presidentieel betoog.
Ik zie in de kranten en hoor via de radio of podcasts ook weinig concrete voorstellen die de neergang van de SRD ten opzichte van de USD en de Euro kunnen stuiten en daarmee de voortdurende prijsstijgingen in het land tot stilstand kunnen brengen. Dat is wel waar Suriname behoefte aan heeft. Wat moet er nu concreet worden gedaan dat enig soelaas biedt in het huidige malaise?
De neergang van de SRD
Al enkele jaren stijgt de koers van de USD en de Euro ten opzichte van de SRD. Dit heeft voor Suriname grote consequenties omdat het land een importeconomie heeft. Veel producten en diensten worden geïmporteerd en moeten in harde valuta worden afgerekend. De import leidt daarmee tot een grote vraag naar USD en Euro.
Daar komt bij dat er veel geld in Suriname in omloop is. De grote hoeveelheid geld in omloop is in de eerste plaats het gevolg van de bestedingen van de Surinaamse overheid. Er wordt door de overheid veel geld uitgegeven waar onvoldoende inkomsten tegenover staan. Eén van de belangrijke bestedingen van de overheid betreft de ambtenarensalarissen. Er zijn veel ambtenaren in dienst van de overheid, waarschijnlijk veel meer dan nodig is. De hoge overheidsuitgaven zijn de reden dat er voortdurend geld moet worden geleend. Daarom is er ook een steeds dringender roep om de overheidsuitgaven te beperken, ofwel een roep om bestedingsbeperking.
De importen die in harde valuta moeten worden betaald, de geldhoeveelheid die tot besteding leidt en vaak in harde valuta wordt betaald leiden tot een voortdurend hoge vraag naar USD en Euro, waardoor de koers van deze valuta ten opzichte van de SRD blijft stijgen. Daar komt bij dat het publiek in toenemende mate SRD wil inwisselen voor USD in de wetenschap dat de SRD steeds minder waard wordt wat een vlucht naar een harde valuta rechtvaardigt. De gedachte is dat je maar beter het SRD salaris onmiddellijk kunt omzetten in USD omdat je dan de waarde tenminste vasthoudt. Dit alles betekent een grote vraag naar USD en Euro en daarmee een steeds stijgende koers van deze valuta ten opzichte van de SRD.
Het is de Centrale Bank van Suriname (CBvS) die op grond van artikel 9, lid 1 van de nieuwe Bankwet tot taak heeft “…het bereiken en handhaven van stabiliteit in de waarde van de geldeenheid van Suriname, oftewel prijsstabiliteit”. Op grond van hetzelfde artikel dient de CBvS te zorgen voor stabiliteit van het financieel systeem. Er moet dus een stabiel (en betrouwbaar) bankwezen zijn in Suriname. Het probleem in Suriname is echter de instabiele waarde van de eigen munt. De geldontwaarding heeft zich de afgelopen jaren doorgezet met als gevolg hoge koersen voor de USD en de Euro.
Eén van de middelen die kan worden ingezet is het instrument van Open Markt Operaties (OMO). Door de aan- of
verkoop van schatkistpapier (staatsobligaties) kan de CBvS invloed uitoefenen op de geldhoeveelheid. De handel in schatkostpapier vindt vooral plaats tussen de CBvS en de handelsbanken. Het gaat in de meeste gevallen om transacties met een korte looptijd van enkele weken of hooguit enkele maanden.
Door de verkoop van dit papier aan banken wordt de hoeveelheid geld dat in omloop is beperkt. Door de aankoop wordt die hoeveelheid verruimd. Er is nogal wat onrust ontstaan over de OMOs. Er zouden mega hoge rentes worden betaald aan houders van het schatkistpapier. De hoge rente, die nu varieert tussen de 30% en 40%, is niets anders dan een reflectie van het risicoprofiel van de staat Suriname. Het OMO-instrument heeft daarmee niet alleen invloed op de geldhoeveelheid, maar ook op de rentestand.
Een effect van OMOs is dat de hoge rente zich zou moeten vertalen in een renteverhoging bij banken. Dat heeft twee effecten: in de eerste plaats wordt geld lenen duurder, wat een rem zet op investeringen van bedrijven omdat de kosten van de financiering toenemen. Dit zet een rem op de werkgelegenheid. In de tweede plaats wordt ook lenen voor het publiek duurder terwijl geld lenen nodig is om te overleven in een tijd dat prijzen stijgen en de SRD minder waard wordt. Dit verergert de armoede. Eigenlijk zou de spaarrente moeten meestijgen met de hoge OMO-rente, maar dit is niet gebeurd. Er is dus ook geen stimulans om meer te sparen in SRD en waarschijnlijk is sparen voor de meeste mensen geen optie. Het publiek heeft juist te weinig geld om van te leven in plaats van te veel.
Door de huidige inzet van het OMO-instrument kan de geldhoeveelheid worden beperkt. Dit leidt tot minder besteding wat ertoe leidt dat er minder SRD wordt omgezet in USD of Euro. De vraag naar USD en Euro wordt daarmee gedempt en dat heeft dan ook een dempend effect op de stijgende wisselkoers. Hoewel er een zekere goede werking uitgaat van OMOs is dit instrument onvoldoende om een gedegen antwoord te geven op de economische problematiek van Suriname.
In eerdere artikelen gaf ik al aan dat de koers van de SRD ten opzichte van andere valuta een reflectie is van de relatieve kracht van de Surinaamse economie ten opzichte van de economie van andere landen, met name Amerika (USD) en Europa (Euro). Die kracht is nu erg gering. Tegenover de importen uit deze landen staan niet of nauwelijks exporten. Er worden dus geen USD en Euro in Suriname gegenereerd door export. Er is daarmee niet of nauwelijks een ‘countervailing power’ tegen de voortdurende stijging van de USD en Euro koersen. Zolang de export van Surinaamse producten en diensten niet op gang komt zal de koers van de USD en de Euro blijven stijgen en is de huidige koers van rond de SRD 30 à SRD 40 slechts een tussenstation naar nog hogere koersen.
In het volgende artikel zal ik ingaan op het creëren van de ‘countervailing power’ wat uiteindelijk moet leiden tot een meer stabiele economie en de basis moet bieden voor economische groei.
Prof. Dr. Peter Diekman RA
Hoogleraar Anton de Kom Universiteit van Suriname
26 april 2023