Het Internationaal Gerechtshof (IGH) heeft Venezuela nog een jaar de tijd gegeven om een verweerschrift in te dienen in de lopende grenszaak met Guyana – 8 april 2024. De zaak draait om de rechtsgeldigheid en het bindende effect van de arbitrale uitspraak uit 1899 tussen Venezuela en Guyana.

Op 6 april 2023 verwierp het IGH het voorlopige bezwaar van Venezuela tegen de ontvankelijkheid van de zaak. Het recente arrest van het Wereldgerechtshof maakte de weg vrij voor de berechting van de zaak in het kader van zijn arrest van december 2020 waarin zijn jurisdictie werd geregeld.

Na die uitspraak had het IGH maart 2022 en maart 2023 vastgesteld als de respectievelijke deadlines voor het indienen van een Memorial door Guyana en een Counter-Memorial door Venezuela ten gronde. Guyana diende zijn Memorial binnen het gestelde tijdsbestek in, en Venezuela maakte vervolgens op 7 juni 2022 zijn nu verworpen voorlopig bezwaar. Het bezwaar had tot gevolg dat de procedure werd opgeschort, waardoor Guyana het als een vertragingstactiek bestempelde. De spanningen tussen de twee naties zijn de afgelopen jaren geëscaleerd sinds ExxonMobil aanzienlijke olie-afzettingen ontdekte in het Stabroek-blok voor de kust van Guyana.

Guyana controleert de regio in kwestie en heeft de overweldigende steun van de internationale gemeenschap. Gezien de regeling van de jurisdictie van het IGH, zouden beide naties volledig moeten meewerken aan de procedures van het Hof om tot een vreedzame en rechtvaardige oplossing voor het conflict te komen, maar Venezuela heeft herhaaldelijk de gerechtelijke weg veroordeeld als een levensvatbare oplossing.