Radjen Baldew, voorzitter van de Algemene Hout Unie (ASHU), zei gisteren in een drukbezochte vergadering, dat de regering 48 uur heeft gekregen om te reageren op de eisen van de houtexporteurs. Zowel zijn leden, als de binnenlandse houtproducenten, de Vereniging van Houtexporteurs en de Vereniging van Rondhoutexporteurs, zijn voor een groot deel van mening, dat praten niet helpt in de kwestie van de bosbouwheffingen, die per 1 maart is doorgevoerd door de overheid. Volgens Baldew zijn de beschikkingen zonder enig overleg met de houtsector gemaakt. De voorzitter van de Binnenlandse Houtproducenten, Paul Abiteng, meent dat zijn leden niet meer wilden praten met de regering, maar tot actie wilden overgaan. Evenals sommige voorstanders in de zaal, voelde Abiteng meer voor de straatactie, om zo het ongenoegen van de sector, te demonstreren over de aangekondigde heffingen die toegepast zullen worden. Echter waren er ook andere meningen in de zaal, bijvoorbeeld van personen die vonden het verzoek te doen aan de regering, de heffingen op te schorten en nader overleg te plegen met de belanghebbenden. Vanachter de voorzitterstafel zei het bestuurslid Wedika Hanoeman, dat van de Stichting Bosbeheer bekend is gemaakt, dat volgens de wet, de beschikkingen niet konden worden teruggedraaid.
Er werd gisteren aangehaald, dat de munteenheid in ons land, de SRD is en niet van de houtsector kan worden geëist, dat de heffingen in US-dollars moeten worden betaald. De houtbedrijven zijn het niet eens met de bosbouwheffingen. En de organisaties in de sector dreigden zelfs met het platleggen van bedrijfsactiviteiten. Aan de hand van het getoonde cijfermateriaal van ASHU, merkte de secretaris van de organisatie, Herman Fräser, op dat de import van hout veel goedkoper blijkt te zijn dan het lokaal verkregen hout, dat onder de huidige omstandigheden, kan worden aangeboden. Volgens hem zullen de totale kosten hoger liggen, waardoor er geen winst wordt gemaakt. Hij noemde de dieselbrandstof in relatie tot de wegen in het bos, die de houtbedrijven zelf hebben aangelegd en gefinancierd. Fräser ging ook in op de verkoopprijs van houtsoorten op de lokale markt. Als voorbeeld haalde hij aan, de tien meest gevraagde houtsoorten in ons land, die thans te veel geld zouden gaan kosten, ten opzichte van het aanbod van de leveranciers op de wereldmarkt. Ook hij wees op de wegen die de houtbedrijven moesten aanleggen in het bos, om het hout te kunnen vervoeren naar zijn bestemming.
Volgens hem was de koersfluctuatie in die periode rond de SRD 35. Volgens zijn berekeningen zal tussen de 500 duizend en 1 miljoen US-dollar nodig zijn voor een investering in de komende vijf jaar.
De verwachting in de houtsector, is dat als de regering haar been stijf houdt, de grote bedrijven personeel zullen laten afvloeien, meende de voorzitter van de Binnenlandse Houtproducenten, Abiteng. Tegen alle kritiek van de meerderheid uit de houtsector, kwam de meest opvallende boodschap van een Braziliaanse ondernemer hier te lande, die een lans probeerde te breken in het belang van een nieuwe aanpak in de houtsector. Zijn stelling staat in verband met de bezorgdheid, waarmee de sector in de naaste toekomst geconfronteerd zou kunnen worden. Met name vervuiling, overbevolking, afvalverwerking, klimaatverandering, opwarming van de aarde, het broeikaseffect, enz. Op individueel, organisatorisch en overheidsniveau, worden verschillende milieubeschermingsprogramma’s uitgevoerd om een evenwicht tussen mens en milieu, tot stand te brengen. Volgens hem zou de houtsector het roer moeten omgooien, omdat wat als een duidelijke aanwijzing was bevestigd in de vergadering van de ASHU, en de andere organisaties dat ze geen stap verder waren gekomen dan te protesteren tegen het beleid van de regering. Vandaar dat hij pleit dat de houtsector omgevormd kan worden en misschien nastreefde de woningbouw te omarmen en de overheid daarbij een handje te helpen. De Braziliaanse ondernemer benadrukte ook dat de sector toegang zou moeten krijgen tot meer financiën die nodig zouden zijn voor een succesvolle vernieuwing van de sector.