Guyana wil zoveel mogelijk olie en gas produceren

De snelle ontwikkeling van olie- en gasbronnen staat niet alleen hoog op de agenda van Guyana, maar ook die van enkele van de machtigste landen ter wereld. Guyana staat zelfs op de zesde plaats op een lijst van 30 grote olieproducerende landen die nieuwe ontwikkelingen nastreven, zelfs nu de wereld overgaat op hernieuwbare energie en milieuactivisten de roep in de Zuid-Amerikaanse natie opwerpen om de olie in de grond te laten.

De lijst samengesteld door Rystad Energy uit Noorwegen, rangschikte de toplanden waar nieuwe projecten werden goedgekeurd of naar verwachting zullen worden goedgekeurd in 2022 en 2023. Qatar loopt voorop met zijn ontwikkelingen die naar verwachting gedurende de looptijd van het project meer dan zes miljard vaten olie zullen produceren. Saoedi-Arabië komt daarna met projecten die naar verwachting meer dan vier miljard zullen opleveren. Brazilië, op de derde plaats, heeft een vergelijkbare productieranglijst.

De Verenigde Arabische Emiraten (VAE), Noorwegen en Guyana hebben allemaal ontwikkelingen die naar verwachting meer dan twee miljard zullen opleveren gedurende de looptijd van het project. Guyana’s projecten omvatten de Yellowtail-ontwikkeling die twee reservoirs aanboort – Yellowtail en Redtail, en Uaru die naar verwachting de Uaru-, Mako- en Snoek-reservoirs zal aanboren.

Andere grote namen op de lijst zijn onder meer de VS met het Willow-project, China, Rusland, India, Canada, Mexico en het Verenigd Koninkrijk. De wereldwijde stelling is dat de olie- en gasproductie moet worden afgebouwd om plaats te maken voor hernieuwbare energie die de impact van klimaatverandering zou helpen verminderen. De roep om een vertraging van de olie- en olieproductie komt voornamelijk uit ontwikkelde landen die sterke economieën hebben opgebouwd met hun eigen koolwaterstofbronnen. En die landen zijn ook verantwoordelijk voor een groot deel van de uitstoot van broeikasgassen die bijdragen aan klimaatverandering.

Ontwikkelingslanden zoals Guyana en zijn buurland Suriname hebben betoogd, dat zij hetzelfde moeten kunnen doen: sterke economieën opbouwen en zorgen voor een beter levensonderhoud voor de bevolking. De president van Ghana, Nana Akufo-Addo, was het hiermee eens en maakte dit duidelijk aan de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris die het land bezocht. ‘’Fossiele brandstoffen waren een hulpbron die mijn regering probeert te gebruiken als basis om haar economie te transformeren”, zei hij, terwijl hij naast Harris stond. ‘’De extractie van fossiele brandstoffen zou Ghana helpen zichzelf minder afhankelijk te maken van buitenlandse hulp’’, zei hij.

Guyana heeft een voordeel. Terwijl het zijn agenda voor snelle olieproductie nastreeft, is Guyana een koolstofput met zijn Low Carbon Development Strategy (LCDS) klaar om te zorgen voor een soepele overgang naar hernieuwbare energiebronnen. Het heeft al verschillende projecten op het gebied van hernieuwbare energie in uitvoering en andere staan gepland voor uitvoering in de komende jaren.

More
articles