Dient bewindsman van repliek
De Vereniging van Economisten in Suriname (VES), heeft door middel van een brief, minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), duidelijk gemaakt, dat zij niet ingenomen is met de verwijten van de minister richting de vereniging. Ramdin heeft in gesprek met journalisten gezegd, dat zelfs de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) heeft aangegeven, dat het beter moet, maar zij heeft zelfs geen plan, hoe de verbetering moet geschieden. Soms zijn de ideeën die zij geeft wel goed, maar de uitvoering vormt dan een probleem. Dit is niet in goede aarde gevallen bij de VES . “U weet als de beste, dat u als regering verantwoordelijk bent voor het aandragen van oplossingen, en beleid te implementeren dat de leefomstandigheden van de bevolking moet verbeteren. Dit heeft u coalitie de samenleving beloofd na de verkiezing van 25 mei 2020. De samenleving heeft gekozen en daarom zit u op die stoel. Niet het maatschappelijk middenveld, die u nu denkt te moeten verwijten”, benadrukt de VES in haar brief.
In de brief staat voorts, dat de minister ook op de hoogte is, dat tot op heden het gesprek tussen de VES en de minister van Financiën, al drie keer is afgelast. ‘’Uw onvermogen om de financieel-economische crisis op te lossen, is de belangrijkste oorzaak van de recente escalatie van de wisselkoers. U zei dat het regeren van een land complex is, althans voor u te complex, maar u trekt daar geen persoonlijke consequenties uit. Integendeel probeert u de schuld van de wanprestatie van uw regering in de schoenen van organisaties buiten de regering, met name het maatschappelijk middenveld, te plaatsen. Dat u met een ‘A No Mi’ benadering probeert ermee weg te komen, is uw goed recht, maar niet over de rug van de vereniging”. aldus de VES.
De VES benadrukt dat de minister van BIBIS reeds moest hebben geweten wat de bijdrage zou zijn van de vereniging in de afgelopen 33 maanden. Ook zouden in de VES-adviezenbundel, adviezen zijn opgenomen, die de regering sinds de eerste maand van haar aantreden zou moeten hebben opgenomen, die een effectief plan van aanpak teweeg kon brengen.
