Uitgaven overheid belangrijkste component bij vaststelling OMO
“De netto uitgaven van de overheid vormen de belangrijkste component bij de vaststelling van de OMO-volumes. Het is om deze reden dat effectieve coördinatie tussen het ministerie van Financiën en de CBvS noodzakelijk is. Deze coördinatie was na mei 2022 niet meer effectief, hetgeen resulteerde in niet langer beheersbare OMO-volumes”, aldus de Centrale Bank van Suriname (CBvS, de Bank).
Verkoop VV
De verkoop van vreemde valuta door de Staat aan de CBvS ter financiering van lopende overheidstekorten is in 2022 volgens de moederbank, de grootste veroorzaker geweest van de toename van liquiditeiten in de bankensector en dit heeft geleid tot toename van de OMO-volumes en hogere OMO-rentes zijdens de algemene banken. “Momenteel vertonen de OMO-rentes een dalend verloop”, aldus de Bank.
Oliemaatschappijen
“Gedurende deze periode zijn de bankbiljetten in omloop enorm gestegen door de verkoop van vreemde valuta door de Staat aan de CBvS en het aanspreken door de Staat van zijn eigen tegoeden bij de CBvS.
Doordat de oliemaatschappijen niet rechtstreeks meer bij de CBvS terecht konden voor de aankoop van vreemde valuta voor olie-importen, waren deze maatschappijen genoodzaakt op de vreemde valutamarkt te gaan. Het gevolg hierbij is dat deze oliemaatschappijen via de commerciële banken de SRD-liquiditeitensfeer sterk beïnvloeden vanwege de relatief grote transactievolumes.”
Een monetaire analyse uit hoofde van de oorzaak van veranderingen in de liquiditeitenmassa laat zien, dat OMO’s niet de oorzaak zijn van de netto toename van liquiditeiten in de economie. “In de periode juli 2021 t/m 15 maart 2023 heeft de CBvS uit hoofde van haar OMO’s in totaal SRD 2,4 miljard aan rente giraal uitbetaald.
Aangezien de CBvS per 15 maart een voorraad van SRD 5,3 miljoen aan liquiditeiten had gebonden, betekent dit tevens dat de Bank per die datum netto SRD 2,9 miljard had afgeroomd. De OMO’s zijn dus netto geld-verkrappend, maar kwamen vanwege toenemende lopende overheidstekorten sinds mei 2022 onder grote druk, met als gevolg dat de groei van de basisgeldhoeveelheid hoger was dan het geprojecteerde groeiniveau.”
Zonder de OMO’s zou de geldschepping vanwege de netto uitgaven van de Staat volgens de Centrale Bank echter veel groter zijn en daardoor ook de druk op de wisselkoers. “De inflatie in 2022 zou hierdoor ook veel hoger zijn uitgevallen dan de thans gerealiseerde 54,6 procent.” Opgemerkt moet worden dat de CBvS enkele malen heeft getracht een maximumrente in te bouwen in het veilingreglement, maar dat zulks resoluut door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is afgewezen met het oog op de vrije marktwerking.
Geldschepping
“Een van de voornaamste oorzaken van geldschepping in 2022, was de toename van de netto staatsuitgaven en de hiermee gepaard gaande geldschepping vanwege de verkoop van vreemde valuta door de overheid aan de CBvS alsook vanwege intering door de Staat op zijn eigen tegoeden bij de CBvS.”
De effectiviteit van OMO’s begon volgens de Centrale Bank in mei 2022 af te nemen door deze geldschepping ten behoeve van de Staat. “Dit is niet hetzelfde als monetaire financiering, omdat er geen sprake was van kredietverlening door de CBvS. Evenwel is het monetaire effect hetzelfde geweest vanwege het geld-verruimend karakter van de financieringswijze.”
Druk op de wisselkoers
De marktconforme rentetransmissie bij banken is nauwelijks op gang gekomen, hoewel de uitgifte van Centrale Bank Certificaten enige beweging in de depositorentes van banken heeft gebracht. Indien de rentetransmissie goed op gang komt, zal het publiek geneigd zijn meer te gaan sparen in SRD en minder te vluchten in vreemde valuta, waardoor de druk op de wisselkoers zal afnemen. “De OMO’s zijn per saldo geld-verkrappend. Indien deze niet waren uitgevoerd, zouden de wisselkoers en de inflatie zeer waarschijnlijk op een hoger niveau liggen. Dit kan worden onderbouwd met data die uitwijzen dat er per saldo steeds miljarden aan Surinaamse dollars bij banken zijn gebonden. Deze liquiditeiten zouden anders direct of indirect vraag kunnen hebben uitgeoefend op de valutamarkt.”
Importinflatie
Het monetair beleid is het sluitstuk in het macro-economisch raamwerk van het programma met het IMF. “Onder een zwevend wisselkoersregiem is de stabiliteit van de wisselkoers daarom in hoge mate afhankelijk van evenwichtige staatsfinanciën. Indien de geldschepping ten behoeve van de overheid overmatige vormen begint aan te nemen, zijn de OMO’s uit de aard der zaak niet meer effectief. Hoewel het monetair beleid tijdelijk kan worden aangescherpt, zal slechts het adresseren van de onevenwichtigheid in de overheidsfinanciën op termijn duurzame monetaire stabiliteit brengen”, aldus de Bank. Het vereist volgens CBvS dus een goede coördinatie tussen het budgettair en het monetair beleid om de wisselkoers te stabiliseren. “Hiermee is niet gezegd dat de inflatie ook helemaal onder toom zal zijn, aangezien kostprijsverhogende maatregelen, zoals het afschaffen van overheidssubsidies, het prijspeil nog enige tijd onder druk zullen zetten. Bovendien is er sprake van importinflatie, waarmee de wereldeconomie sinds vorig jaar mee kampt.”