Waar staan we met onze voedselschuur?

Vorig jaar ging president Santokhi, als voorzitter van de Caricom in op deelneming van ons land voor een voedselschuur van de Caricom. Onze president sprak, in gezelschap van zijn ambtsgenoot in Guyana Irfaan Ali, over de opties van onder andere Suriname, dat een bijdrage zou kunnen leveren aan de zogeheten voedselschuur van de Caricom. Volgens de Communicatie Dienst Suriname zou dat te realiseren kunnen zijn, “gezien de meeste landen binnen de Caricom, haast geen agrarische gronden hebben. Als een van de voordelen van Suriname’s positie binnen de Caricom, meende president Santokhi dat ons land kan worden gezien als de agrarische schuur van de Caricom. Samen met het Guyanese staatshoofd Irfaan Ali werd deze optie bekeken, gezien de meeste landen binnen de Caricom haast geen agrarische potentieel hebben”.President Santokhi meende dat volgens het plan samen met Guyana gebieden te identificeren en deze met lokale ondernemers te exploiteren. Hierbij was het de bedoeling, dat deze gebieden in aanmerking zouden komen voor verschillende financieringen waarbij geïnvesteerd zou worden in landbouwtechnologie. Het wordt dan een collectieve inspanning van het Caraibische gebied om hieraan te werken, aldus Santokhi. De president maakte toen ook bekend dat zowel de Republic Bank, als de banken van Guatemala bereid zijn tegen een lage rente kapitaal hiervoor ter beschikking te stellen. Surinaamse investeerders zouden hierbij voordeel hebben. De schulden van ons land zouden kunnen worden afgelost hetgeen de economie van het land ten goede zou komen, aldus Santokhi in maart vorig jaar.

Thans een jaar later is het alsof we de ambitie, Suriname deel te laten worden van de Caraïbische voedselschuur zijn vergeten. In de recente Parbode komt de veeboer, de 26-jarige, Rawi Narain aan het woord en zegt niet te weten hoelang nog hij zal kunnen volhouden, met het houden van koeien omdat de wisselkoers maar blijft stijgen. Ook in hetzelfde artikel van de hand van Zoë Deceuninck, zegt Monisch Khedoe een 22-jarige landbouwer in Wanica, dat zowel leeftijdsgenoten als landbouwers van zijn vader’s leeftijd, geen animo meer hebben voor de landbouw. Khedoe meent dat het werk in de landbouw niet meer winstgevend is. Hij plant voornamelijk groente soorten en vruchten, maar intussen heeft minder arbeiders door de economische ontwikkelingen, maar ook omdat jongeren van zijn leeftijd het werk te zwaar vinden en elders hun heil zoeken. Hoewel Khedoe, een jonge landbouwer uit een agrarische familie is, maakte hij enkel zware tegenslagen mee in de afgelopen vijf jaren. Hij heeft het over de prijsstijgingen van grondstoffen, die zelfs per dag kunnen toenemen.

En dan de ziektes en plagen die de oogst negatief kunnen beinvloeden. In de afgelopen twee jaren stond de halve hectare landbouwgrond, die hij beplant, maandenlang onder water door de zware regens. Met als gevolg zware verliezen die hij moest trotseren. Volgens hem blijven opeenvolgende regeringen vasthouden aan het streven Suriname de voedselschuur van het Caraïbische gebied te maken.

Echter wordt in dit artikel, van Deceuninck, gesteld dat regeringsleiders uit onze regio zich gecommitteerd hebben aan het verminderen van de import met 25% in 2025. Volgens het artikel zou de import van groenten en fruit in Suriname zijn gestegen met 60% in de afgelopen 15 jaar.

More
articles