‘Onjuiste conclusies over OMO’s’

“Er is de afgelopen maanden veel gezegd en geschreven over het monetair beleid van de Centrale Bank van Suriname (CBvS, de Bank). Echter bevatten de beschouwingen veelal onjuiste conclusies over de Open Markt Operaties (OMO’s) als onderdeel van de overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in het kader van de Extended Fund Facility”, stelt de Centrale Bank in een uitgebreid communiqué. De CBvS constateert dat in de meeste gevallen onbegrip of onwetendheid aan deze onjuiste stellingen ten grondslag ligt. “De Bank betreurt het voornamelijk dat onze Nationale Assemblee, getuige de opmerkingen van enkele prominente leden van dit college, niet of nauwelijks inhoudelijk bekend is met de overeenkomst met het IMF.

Ook bij publicaties over deze aangelegenheid is er nog onvoldoende diepgang te merken met als resultaat een verkeerde beeldvorming in de samenleving. Dit leidt tot veel maatschappelijke ruis, wat geheel contrair is aan de rust en stabiliteit die we met zijn allen nastreven.”

Prijsstabiliteit

De Centrale Bank stelt in het communiqué dat zij de wettelijke taak heeft om prijsstabiliteit te bevorderen, uiteraard in coördinatie met het ministerie van Financiën, dat eveneens een stabilisatierol te vervullen heeft. Deze twee instanties vormen samen de monetaire autoriteiten. “In het kader van de overeenkomst met het IMF, is een Letter of Intent ondertekend door de President van Suriname en de monetaire autoriteiten. Hierin wordt onder meer ingegaan op het nieuwe monetair en wisselkoersbeleid van Suriname, waarbij rentetarieven en wisselkoersen marktconform, dat wil zeggen door vraag en aanbod, tot stand zullen dienen te komen.”

Bankwet

In de door De Nationale Assemblee aangenomen Centrale Bankwet 2022, is expliciet in artikel 10 sub a opgenomen, dat de CBvS ter realisatie van haar doelstelling van prijsstabiliteit tot taak heeft monetair beleid te ontwikkelen en te voeren. “Hiertoe kan de CBvS eigen monetaire instrumenten ontwikkelen dan wel gangbare instrumenten adopteren. Open Markt Operaties (OMO’s) behoren tot de standaard monetaire instrumenten die centrale banken wereldwijd hanteren. In het kader van het macro-fiscaal raamwerk spelen OMO’s dan ook een belangrijke rol bij het steriliseren van overtollige liquiditeiten.

OMO’s

Openmarktpolitiek, aldus de Bank, omvat het kopen of verkopen van waardepapier door de Centrale Bank aan banken met als doel de geldhoeveelheid te verruimen of te verkrappen. In 2016, is naast de bestaande SRD-kasreserveregeling, een nieuw monetair instrument geïntroduceerd. Dit zijn de CBvS en het IMF toen overeengekomen in het kader van een Stand-By Arrangement. Het nieuwe instrument hield in dat de CBvS zich, bij haar streven liquiditeiten in de economie te beheersen, richtte op de verhandeling van waardepapier (schatkistpapier) via een veilingensysteem aan vooral de algemene banken, de ‘openmarktoperaties’. De CBvS heeft de verkoop van schatkistpapier via veilingen geaccommodeerd ten behoeve van de Staat teneinde de financiering van de staatsuitgaven op een monetair-neutrale manier te doen plaatsvinden en daarmede het behalen van de monetaire doelen te ondersteunen. Dit beleid is reeds na enkele veilingen stopgezet door de Staat vanwege de oplopende leenrentes. Hierdoor zijn de openmarktoperaties op basis van schatkistpapier nimmer structureel uitgevoerd. Het IMF-programma werd overigens na circa een jaar, namelijk in mei 2017, eveneens beëindigd.

Termijndeposito’s

In juli 2021 vond de her-activering en volledige implementatie van de openmarktoperaties plaats, nu in het kader van de Extended Fund Facility overeengekomen tussen het IMF, de regering van Suriname en de monetaire autoriteiten. In dit raamwerk is de CBvS overgegaan tot de uitgifte van Centrale Bank termijndeposito’s, in plaats van schatkistpapier, ter beheersing van de basisgeldhoeveelheid. Dit beleid staat niet op zichzelf, maar is gekoppeld aan het door de Regering vastgestelde nieuw wisselkoersarrangement, waarbij is opgenomen dat Suriname vanaf juni 2021 een zwevend wisselkoersarrangement zal hanteren. Bij dit arrangement zijn valuta-interventies geen regulier instrument van monetair beleid, maar kunnen slechts worden ingezet bij wanordelijke marktcondities, zoals gedefinieerd in het IMF-programma. Duidelijk is dat de wisselkoers niet langer het monetair anker is, maar ‘reserve money’ oftewel de basisgeldhoeveelheid, bestaande uit bankbiljetten in omloop en tegoeden van de algemene banken bij de CBvS.

LOI

In juni 2022 is door de Surinaamse autoriteiten vervolgens een Letter of Intent (LOI) getekend, waarin zij zich committeren aan de adoptie en uitvoering van het nieuwe monetair en wisselkoersraamwerk gebaseerd op vraag en aanbod op de geld- en valutamarkten. Op pagina 1 van de LOI onder meer: ‘We have made substantial progress in implementing a system of reserve money targeting and unified the parallel and official exchange rates, and are allowing the exchange rate and short-term interest rates to be determined by market conditions’.

Nieuw monetair beleidsraamwerk

“Het voorgaande impliceert dat binnen het nieuw monetair beleidsraamwerk de CBvS de wisselkoers en/of de rente bij de banken niet direct mag bepalen. De rente en de wisselkoers worden wel indirect beïnvloed via beleidsmatig gestuurde marktcondities op resp. de valutamarkt en kredietmarkt. Een rente- of wisselkoersdoelstelling kan ook niet eigenhandig door de autoriteiten worden ingebracht, omdat dit een compleet nieuw programma-ontwerp zou vereisen. Het huidig monetair raamwerk is immers gebaseerd op hoeveelheidsdoelstellingen (krediet- en geldhoeveelheid) met marktimpact op de rente en de wisselkoers”, aldus de Centrale Bank.

More
articles