Grondwet en kiesregeling zijn onderdeel aanpassing kiesstelsel

VVV zal inkomen indien geen tweederdemeerderheid in DNA

De Studiegroep Aanpassing Kiesregeling, heeft onlangs in een rapport de vervolgstappen vastgelegd die nodig zijn om het kiesstelsel aan te passen, die zijn onder andere: parlementaire goedkeuring van een aangepast kiesstelsel, de wettelijke regeling van de rechtspositie van inheemse en tribale volken en mogelijke interventie van de gewone rechter. “Een aantal bepalingen van de Grondwet en de Kiesregeling zijn onderdeel van de aanpassing van het kiesstelsel. Deze aanpassing vereist een twee/derde meerderheid in De Nationale Assemblee en bij het ontbreken daarvan, na een tweede stemming, ‘een derde stemming’ in de VVV.

De procedurele voorschriften die voor de verkiezing van afgevaardigden in de Assemblee van belang zijn, indiceren voor verkiezingen in mei 2025, een kritisch tijdpad”, aldus de studiegroep in het rapport.

Onderdeel van het vervolgtraject zou volgens de studiegroep de totstandkoming en inwerkingtreding kunnen zijn van wettelijke regels met betrekking tot de rechtspositie van inheemse en tribale volken. “Daarmee kan worden voorkomen dat deze aangelegenheid kritisch wordt in de ruimere discussie over aanpassing van het kiesstelsel en een deraillerend effect daarop krijgt dan wel een zwakke plek blijft in de effectuering van het ‘one-personone- vote’ beginsel. Het is niet uitgesloten dat op grond van artikel 134 lid 1 jo artikel 137 GW aan de gewone rechter in een concreet geval, de vraag wordt voorgelegd of de schending van het kiesrecht als gevolg van de on-verbindendheid van de artikelen 9 en 24 van de Kiesregeling een voortdurende rechtens ongeoorloofde toestand in het leven is geroepen.”

Plicht

In het rapport wordt aangehaald, dat een dergelijke klacht zich in een bodemprocedure of kort geding zal richten tegen de overheid op wie de plicht rust haar burgers dat recht te garanderen. Tot de rechtsnormen die de rechter, als hij zich bevoegd en de eiser ontvankelijke acht, bij de beslissing van dit geschil zal hanteren, zullen behalve wettelijke, grondwettelijke en verdragsrechtelijke nomen, ook constitutionele rechtsbeginselen behoren. “Als de rechter zou beslissen, dat in dat concrete geval het voortdurende gemis van het kiesrecht onrechtmatig is, zou de onverbindendheid van de artikelen 9 en 24 van de Kiesregeling voor dat geval niet gelden en vanwege (feitelijke) precedentwerking zou de beslissing van de rechter in de praktijk algemene gelding kunnen krijgen. De rechter zou daarmee, als laatste middel, mogelijk een uitweg kunnen bieden voor politieke en staatkundige discontinuïteit.”

Aanpassing

Het gepresenteerde voorstel beoogt van de studiegroep aanpassing van het huidige kiesstelsel tot een ideaal stelsel, waarin iedere stem gelijk is en iedere stem een gelijk gewicht heeft en dat als doel heeft een volksvertegenwoordiging op te leveren die een goede afspiegeling is van de politieke stromingen en meningen van het volk. “Het stelsel dat wordt voorgesteld, bewerkstelligd realisatie van gelijkheid als een regulatief ideaal en streeft ernaar een op legitimiteit stoelende toepassing van het ‘one-person-one-vote’ beginsel tot gelding te brengen. Daarom is de conclusie gerechtvaardigd dat dit voorstel dat beginsel, – zoals dat in ons rechtsbestel past en daarbij aansluit -, inderdaad tot gelding brengt”, aldus het rapport.

More
articles