Op maandag 6 februari 2023 heeft waarnemend procureur-generaal mr. S. Mahadew, het requisitoir gehouden in de hoger beroep strafzaak tegen de verdachten A. Angnoe en F. Hausil. De kamer van rechters bestond uit fungerend president mr. A. Charan en de leden mr. S. Punwasi en mr. D. Nanhoe. Verdachte Hausil werd bijgestaan door advocaat mr. M. Dubois en verdachte Angnoe werd bijgestaan door de advocaten mr. B. Pick en I. Kanhai BSc.
Aangescherpt
Het Openbaar Ministerie heeft bij de voortzetting van het hoger beroep in de rechtszaak van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), zijn bewijslast tegen de verdachten Ashween Angnoe, zakenpartner van de ex-governor Robert van Trikt, en Faranaaz Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs van de CBvS aangescherpt. De vervolging blijft bij haar eerste oordeel, dat de ex- governor Van Trikt en voormalig directeur van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB), Ginmardo Kromosoeto, en nu ook Angnoe en Hausil, schuldig zijn.
De waarnemend procureur-generaal heeft in de strafzaak van verdachte Hausil gevraagd, dat het vonnis van de kantonrechter in eerste aanleg van 31 januari 2022 wordt vernietigd en dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en een geldboete van SRD 100.000,- of subsidiair tien maanden hechtenis. De vernietiging werd gevorderd omdat de kantonrechter in eerste aanleg voor twee feiten de deelnemingsfiguur van medeplichtigheid bewezen heeft geacht in plaats van medeplegen, hetgeen de waarnemend procureur-generaal in hoger beroep wel bewezen acht.
In de strafzaak tegen verdachte Angnoe is de vervolging ook tot de conclusie gekomen, dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De waarnemend procureur-generaal vroeg de kamer om het vonnis in eerste aanleg tegen deze verdachte te bevestigen. In eerste aanleg is de verdachte op 31 januari 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar onder aftrek van de tijd doorgebracht in voorarrest en een geldboete van SRD 150.000,- of subsidiair twaalf maanden hechtenis. De volgende zitting is op maandag 3 april 2023 om 09.00 uur. Op die dag zullen de raadslieden hun pleidooi houden.
Vonnis Hausil en Angnoe
Het Openbaar ministerie eist voor Angnoe, die momenteel voorwaardelijk vrij is, bevestiging van het vonnis in eerste aanleg. Hausil werd juli vorig jaar vroegtijdig in vrijheid gesteld en heeft reeds twee derde van haar straf uitgezeten. Zij heeft echter hoger beroep aangetekend, omdat zij voor vrijspraak gaat en riskeert daarmee bevestiging van haar vonnis in eerste aanleg. Hausil heeft tijdens de zitting op 5 december de beschuldigingen ontkend op grond waarvan zij in eerste aanleg is veroordeeld en verweet het Openbaar Ministerie ook, dat het bewust haar getuigenissen heeft verdraaid en een andere uitleg heeft gegeven om bewijs te vinden voor vervolging. Zij haalde op die dag tevens aan, de zaak betreffende de verkoop van overheidspanden aan de bank, kredieten geven aan de staat en het geven van een andere bestemming aan de royalty’s van Grassalco. Het Openbaar Ministerie eiste onlangs in februari vernietiging van haar vonnis in eerste aanleg en opnieuw veroordeling, weliswaar is de strafeis hetzelfde: drie jaar, met aftrek van de tijd die zij al heeft doorgebracht in detentie. De advocaten van Hausil, Raoul Lobo en Murvin Dubois, hebben altijd aangevoerd, dat hun cliënt onschuldig is.
Bewijslast
Volgens kantonrechter Maytrie Kuldipsingh blijkt uit de bewijslast, dat Hausil schuldig is aan overtreding van artikel 13 lid 1a van de Anti-corruptiewet. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen haar en de overige verdachten die eveneens gevonnist zijn. De kantonrechter motiveerde in haar requisitoir vorig jaar, dat bewezen is dat Hausil medepleger is van de strafbare feiten. ‘’Hausil heeft in strijd met de wetten gehandeld, waardoor er sprake is van grootschalige corruptie. Zij kan hierdoor strafrechtelijk gevolgd worden. Hausil had moeten weten welke nadelige gevolgen zouden volgen uit haar handelingen”, motiveerde Kuldipsingh.
Angnoe en Clairfield
Het Openbaar Ministerie is van mening, dat Angnoe zijn directe betrokkenheid als zakenpartner van Van Trikt zijn positie zou hebben misbruikt. Volgens het Openbaar Ministerie zou hij hebben samengespannen met de ex-governor als diens adviseur of vertrouwenspersoon en daardoor kon hij ook diensten leveren bij de contracten aan Clairfield. Met betrekking tot deze case heeft de ondernemingsrechtbank Brussel oktober vorig jaar beslist, dat het Belgische bedrijf Clairfield ruim euro 2.5 miljoen terug moet betalen aan de Centrale Bank van Suriname. Het ging in deze zaak om de contracten die waren getekend door de toenmalige governor van de CBvS, Robert van Trikt, en de topman van Clairfield, Hans Buysse. Clairfield stuurde zeven facturen naar de CBvS, waarvan zes werden betaald. Omdat de Centrale Bank de verdere betaling weigerde, stapte Clairfield naar de rechter in België. Het bedrijf Clairfield Belgium had in eerste instantie de zaak aanhangig gemaakt tegen de CBvS voor betaling van een nog openstaande rekening van euro 320.000,- en diende ook een claim van euro 1.2 miljoen in voor onrechtmatig beëindigen van vijf contracten. Het gaat in deze om de overeenkomsten Prodigy 1, Prodigy 2, Prodigy 3, Prodigy 5 en Lagarde 1 tussen partijen. De Centrale Bank heeft echter ook een tegenvordering ingediend, waarbij de geldige grondslag van de overeenkomsten werd betwist. De overeenkomsten tussen Clairfield en de CBvS missen volgens de Belgische rechtbank, een geldige grondslag. De rechtbank verklaarde vervolgens de vordering van Clairfield als ongegrond en de tegenvordering van de CBvS als gegrond. Dit vonnis van de Belgische rechtbank is bij voorraad uitvoerbaar, waardoor Clairfield een bedrag van ruim euro 2.5 miljoen moet betalen aan de CBvS.