President Chandrikapersad Santokhi heeft gistermiddag in het parlement een pakket van maatregelen aangekondigd, dat tot doel heeft de stijgende koers te beteugelen. De maatregelen zijn bedoeld om de rust te doen herstellen en de koers onder controle te krijgen. De maatregelen zullen gelden tot 31 december 2023. Het staatshoofd stelde, dat de instructie is gegeven aan de politionele en justitiële autoriteiten, om de illegale handel in vreemde valuta, alsook wisselkantoren, die zonder een geldige vergunning opereren, aan te pakken. “Er komt een task force onder leiding van het Openbaar Ministerie”, aldus de president. Volgens advocaat Antoon Karg, dragen de illegale wisselkantoren minimaal bij aan de koersontwikkeling, omdat zij slechts een klein onderdeel van het handelsvolume vormen. “Het grootste gedeelte is zichtbaar bij de legale kantoren met lange rijen vanaf opening tot aan sluiting, die zonder iets te produceren, altijd uit een eindeloze voorraad van iedere soort contante fiat lijken te beschikken. Als de president bereid is illegaliteit op die plaatsen te laten onderzoeken, nadert hij de werkelijke oplossing.” Over de implementatie van een task force onder leiding van het Openbaar Ministerie zegt Karg, dat het Openbaar Ministerie juist heeft aangegeven, te kampen met een tekort aan middelen en personeel, in het bijzonder voor complexe taken. “Daar-naast is er geen reflectie van dit voornemen, in een budgetverruiming van Jus-titie, zodat deze maatregelen symbolisch lijken en gedoemd zijn te falen.”
Centrale Bank
De president deelde mee, dat de leiding van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) wordt versterkt om het monetair beleid strakker aan te trekken. Karg stelt dat een dergelijk besluit buiten de bevoegdheden van de regering valt. ‘’De regering overtreedt hiermee zowel de Bankwet als het principe van non-interventie als in de Staff Level Agreement met IMF is vastgesteld. Daarnaast is de CBvS niet door de regering voorzien van de middelen om bijvoorbeeld registeraccountants, monetaire statistici en wetgevingsjuristen met realistische arbeidsvoorwaarden uit de lokale en internationale arbeidsmarkt te rekruteren. Integendeel, pleegt de regering een constante aanslag op de schaarse middelen’’, aldus Karg. Hij is van mening, dat de grootste versterking zou zijn het geven van ondersteuning om het produceren van jaarverslagen – waarmee de CBvS achterloopt – te realiseren. “Maar de regering werkt daarop juist vertragend, door zowel ondersteunende mankracht als concrete data, niet tijdig beschikbaar te stellen”.
Santokhi kondigde aan, dat het SRD-kasreservepercentage aangepast zal worden, waardoor de ruimte voor het verstrekken van kredieten door het bankwezen, wordt verkleind. Hierdoor zal volgens de president, de kredietgroei van banken gemaximeerd worden. “Deze maatregelen gaan in april in en zullen de omvangrijke particuliere kredietverlening terugdringen’’, aldus de president. De regering zou volgens Karg, hiermee het onafhankelijk beleid van de CBvS doorkruisen en zelfs het bankbedrijf in beleidszin, partijpolitiek aansturen in plaats van op bancaire strategie. “Dit is niet alleen rampzalig, maar in strijd met de afspraken met zowel het IMF als met bilaterale overeenkomsten. Daarnaast remt deze maatregel de productie en investering, wat verder de werkgelegenheid en de capaciteit tot export vertraagt en uiteindelijk de inbalans in de koers vergroot ten nadele van de SRD.”
Naast de uitvoering van de reguliere Open Markt Operaties (OMO’s) met termijndeposito’s en Centrale Bank-certificaten, zal de optie van een waardevast beleggingsinstrument, zoals de toenmalige Powisi-certificaten, wederom worden geïntroduceerd. De president stelde dat op die manier, burgers een aantrekkelijk waardevaste optie hebben voor het beleggen van hun SRD’s. Karg: “Bewezen is dat de OMO’s de geldhoeveelheid in SRD vergroot hebben, hetgeen rechtstreeks de koers heeft opgestuwd. Powisi-certificaten werken ook vergrotend op de SRD hoeveelheid, anders zou het geen vermarktbaar beleggingsinstrument zijn. Ook deze beteugelt de koers op geen enkele manier.”
De president gaf aan dat de CBvS samen met het bankwezen werkt aan een betere rentetransmissie, waardoor het voor spaarders aantrekkelijker wordt om in SRD’s te sparen in plaats van te vluchten in vreemde valuta. ‘’Het toezicht op banken en wisselkantoren wordt opgevoerd en verscherpt”, aldus Santokhi. Volgens Karg kan geen enkele rentetransmissie het risico overschrijden, dat tussen het moment van deposito en het moment van retour, de waardevermindering de rentevoet overstijgt. Het werkelijke effect betreft enkel nadere speculatie en in geval er tijdelijk een positief verschil is, een vergroting van de hoeveelheid SRD’s in omloop. “Voor opvoering en verscherping van controle, is geen budgetuitbreiding voor capaciteit gereserveerd. Het betreft dus een belofte zonder een bijdrage vanuit de staat, terwijl de instituten zelf de noden en tekorten te kennen hebben gegeven.”
Koers
President: “De regelgeving met betrekking tot koersmarges, de verklaring en onderbouwing van afwijkende wisselkoersen, alsook de afstortingen van bankcliënten, worden aangescherpt. De bedoeling is, om het valutaverkeer efficiënter te maken, en de aankoop van vreemde valuta, bij niet bevoegden, in te dammen. Eind maart 2023, vaardigt de CBvS hierover een circulaire uit.” Karg is van mening, dat de bewering intern tegenstrijdig is, ‘’want valutaverkeer kan onmogelijk efficiënter worden met meer verklaringen en onderbouwingen’’.
Volgens de president hebben de twee monetaire autoriteiten – de CBvS en het ministerie van Financiën en Planning – regulier overleg ingezet, tot afstemming van monetair en fiscaal beleid, mede tot doel om de wisselkoers te stabiliseren. In het bijzonder worden overheidsbestedingen uit de begroting en liquiditeitsafroming door de CBvS, op elkaar afgestemd. “Het mandaat van de desbetreffende werkgroepen wordt zo nodig aangescherpt.” De taakstelling van partijpolitiek aangestuurd beleid met betrekking tot staatsfinanciën, nader brengen tot de onafhankelijke taak van toezicht, controle en marktregulering, ondermijnt volgens Karg het vertrouwen van internationale investeerders en druist in tegen de afspraken met het IMF en internationale best practices. “Het fiscaal beleid is een aangelegenheid van de Belastingdienst, waarbinnen afstemming met de CBvS geen constitutionele basis kent”, zegt Karg.
Tot slot haalde het staatshoofd aan, dat veel van de begrotingsmaatregelen herkenbaar zijn, omdat ze vrijwel allemaal tijdens de begrotingsbehandeling uitvoerig aan de orde kwamen. “Hiermee erkent de president, dat hoewel meer van de instituten verwacht wordt, zij qua middelen niets meer en niets nieuws hoeven te verwachten van de regering dan in oktober 2022. De markt heeft volgens de president, alle informatie over het peil waarop beleid gevoerd zal worden en hoeveel erin wordt geïnvesteerd. Nu de begroting zelf in SRD was, is de werkelijke bestedingsruimte, met een ontwaarding van die munt, zelfs reëel gedaald, in datgene wat de zogenaamd versterkte of te versterken instituten werkelijk voorhanden hebben”, stelt Karg. Hij zegt dat hoe inefficiënt, ongrondwettelijk en inconsistent het besproken pakket dus ook is, voor het implementeren, krijgen de instituten er geen enkele persoon en geen enkel middel bij. “Integendeel moeten zij gaan toveren met 52 procent minder aan werkelijke koopkracht van de voor hen bij begroting toegekende middelen. Neem daarin mee dat de realisatie van de begroting onder de regering Santokhi, nimmer meer dan een kwart bereikt heeft in enig fiscaal jaar. Dus moeten de instituten 100 procent van deze uitmuntende prestatie gaan klaarspelen met 13 procent aan de daadwerkelijke investeringen vanuit de pen van de president.”