Meer bescherming voor schildpadeieren en biodiversiteit

Sinds vorig jaar bezit Natuurbescherming, vallende onder Landsbosbeheer en Bostoezicht (LBB), een aangepaste Jachtwet in ons land. Overtredingen van de wet worden niet meer buiten proces door het Openbaar Ministerie toegepast op overtreders. Onder andere op het rapen van schildpadeieren in een beschermd gebied als de natuurreservaten, staan fikse straffen op. Bij aanhouding van overtreders van de Jachtwet, worden betrokkenen voorgeleid bij de rechter-commissaris.

In de seizoenperiode van februari t/m juli, worden schildpadeieren illegaal geraapt en aangeboden voor SRD 30 per stuk. Waarschijnlijk vanwege het grotere risico dat overtreders nu lopen sinds de aanpassing van de wet vorig jaar. Uit betrouwbare bron vernemen wij, dat de handel in deze eieren enigszins is teruggelopen, “maar blijft wel in trek op de toeristenmarkt van ons land”, aldus onze informatie.

In midden februari zijn enkele verdachten aangehouden, omdat ze veertienduizend schildpadeieren op Baboensanti, dat deel uitmaakt van het beschermde gebied van het Galibi natuurreservaat voor zeeschildpadden, hadden geraapt.

Echter wierp de verdediging van de verdachten op, dat er geen cijfers als bewijsgrond laten zien, dat in dit seizoen er meer eieren zijn geraapt.

Vandaar dat de verdediging van de verdachte zich op het standpunt stelde, dat er geen wetenschappelijk onderzoek is geweest dat aan het licht heeft gebracht, dat in de zeven soorten zeeschildpaddenfamilie een of meer soorten, achteruit in aantal zouden zijn gegaan.

In de natuurreservaten van de Stichting Natuurbehoud Suriname (STINASU), geeft ze samen met LBB in de verschillende regio’s voorlichting aan doelgroepen in ons land. Tevens schijnt STINASU tevreden te zijn met de Wet op Economische Delicten, die ook bescherming biedt aan haar natuurreservaten.

De organisatie ressorteert onder het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer, en op haar website deelt STINASU mede, dat de stichting werkt aan de rehabilitatie van de afdeling Projecten en Onderzoek.

Echter is vanaf 2020 het bestuur van STINASU demissionair en de directeur geen besluiten nemen over het bovengenoemde.

Een vraag die opkomt, is of het ministerie een ‘deal’ zal willen sluiten met STINASU, omdat de stichting al ressorteert onder het ministerie en zitting nemen in het bestuur best mogelijk zal zijn. Inderdaad is dan het voortbestaan van de organisatie gegarandeerd, het probleem kan de financiële middelen zijn om de eerdergenoemde afdeling een zogenaamde doorstart te laten maken.

Met de gunstige vooruitzichten vanwege haar natuurreservaten in rijke en ongerepte van biodiversiteit, kan een afdeling Projecten en Onderzoek gewild zijn voor sponsoren.

Misschien wordt nog voordat er sprake is van het tot stand komen, de afdeling geplaagd door de zo beruchte corruptieve handelingen, maar zullen het ministerie en de stichting daadkracht moeten tonen, zodat een dergelijke manier van zaken doen niet getolereerd wordt in het belang van onze samenleving.

More
articles